Neil Lucock
neil@nlucock.freeserve.co.uk
Krishna Tateneni
tateneni@pluto.njcc.com
Anne-Marie Mahfouf
annemarie.mahfouf@free.fr
Natalie Koning
nat@switch.demon.nl
Vertaler
De menu's en de werkbalken &kpresenter; beschikt over verschillende interfaces waarmee u interactief met het programma kunt werken. De bekendste soort is waarschijnlijk wel het menu, dat zich aan de bovenkant van het venster van &kpresenter; bevindt. Wanneer u op een menu klikt, verschijnt er een lijst met commando's die u kunt kiezen. Veel van die commando's kunnen ook uitgevoerd worden door de &Ctrl;- of de &Alt;-toets ingedrukt te houden terwijl u een lettertoets indrukt. In het volgende gedeelte volgt voor elk van de commando's een korte beschrijving. De werkbalken De werkbalken manipuleren In aanvulling op de menu's beschikt &kpresenter; over een aantal werkbalken. Op elke werkbalk bevindt zich een verzameling knoppen. Een knop is meestal een snelkoppeling naar een commando dat ook in het menu beschikbaar is. De werkbalken De werkbalken U kunt de werkbalken verplaatsen door ze aan het handvat te verslepen. Werkbalken kunnen aan elke kant van het venster van &kpresenter; geparkeerd of vastgezet worden. U kunt een werkbalk ook laten zweven in een eigen venster, los van het hoofdvenster van &kpresenter;, zoals te zien op de onderstaande schermafdruk: Zwevende werkbalk Zwevende werkbalk Als u het niet prettig vindt om werkbalken te verslepen, klikt u met de rechtermuisknop op het handvat, er verschijnt een menu zoals in de schermafdruk hieronder te zien is: Contextmenu van de werkbalk Contextmenu van de werkbalk De eerste paar opties zijn om de plaatsing van de werkbalk te kiezen. U kunt elk van de vier kanten van het venster van &kpresenter; kiezen, of de werkbalk in een eigen venster laten zweven. Als u Ingeklapt kiest, wordt de werkbalk veranderd in een smalle korte balk die direct onder het menu geplaatst wordt. Klik er met de linkermuisknop op om de werkbalk weer uit te klappen. Wanneer u de optie Tekstpositie kiest, kunt u in een volgend submenu het uiterlijk van de knoppen op de werkbalk bepalen. Dit submenu is te zien in de schermafdruk hieronder: Het werkbalkmenu Het werkbalkmenu De standaardinstelling voor de menubalken is: alleen pictogrammen. Als u de betekenis van een pictogram niet weet, plaatst u de muiswijzer op het pictogram en na ongeveer een seconde verschijnt er een tekstballon, zoals hieronder te zien is: Tekstballonnen Tekstballonnen U kunt de items als pictogrammen, als tekst, of zelfs als tekst en pictogrammen samen op de werkbalken plaatsen. Bij tekst en pictogrammen samen kunt u kiezen waar de tekst geplaatst wordt, naast of onder de pictogrammen. In de schermafbeelding hieronder kunt u de vier verschillende stijlen van de werkbalken zien. De stijlen van de werkbalken De stijlen van de werkbalken De menu's van &kpresenter; worden op de volgende pagina's beschreven. Het menu <guimenu >Bestand</guimenu > &Ctrl;N Bestand Nieuw Maakt een nieuwe presentatie aan. Het opstartdialoogvenster wordt geopend, hierin kunt u een sjabloon voor de presentatie kiezen. &Ctrl;O Bestand Openen... Opent een bestaande presentatie. Een standaard &kde;-dialoogvenster wordt geopend waarin u het gewenste bestand kunt kiezen. Bestand Recent geopend Toont een lijst met recentelijk geopende bestanden waaruit u een bestand kunt kiezen. &Ctrl;S Bestand Opslaan Slaat de huidige presentatie op. Als het bestand nog niet eerder opgeslagen is, wordt een naam voor het bestand gevraagd. Als het bestand al eerder opgeslagen was, wordt het met dezelfde naam opnieuw opgeslagen. Bestand Opslaan als... Slaat de geopende presentatie op met een nieuwe naam. Bestand Herladen Laadt het huidige bestand opnieuw. Bestand Importeren... Importeert een presentatie die eerder in één van de verscheidene algemeen gebruikte bestandstypen gecreëerd was. Bestand Exporteren... Exporteert de huidige presentatie naar een bestandstype dat door een andere toepassing gebruikt wordt, bijvoorbeeld om het bestand uit te kunnen wisselen met iemand die niet over &kpresenter; beschikt. Bestand Verzenden... Opent een nieuw e-mailbericht in uw e-mailprogramma met het huidige &kpresenter;-document als bijlage. Bestand HTML-webpresentatie aanmaken... Start de HTML-assistent. De beschrijving kunt u vinden in het gedeelte . Bestand Memory Stick-diapresentatie aanmaken... Opent het dialoogvenster "Memory Stick-diapresentatie aanmaken". De beschrijving kunt u vinden in het gedeelte . Sjablonenbeheer Opent sjablonenbeheer. De huidige dia kan als een sjabloon opgeslagen worden en deze kan gebruikt worden als basis voor nieuwe dia's. Het creëren van sjablonen wordt in het hoofdstuk beschreven. Bestand Huidige dia als standaardsjabloon gebruiken Stelt de huidige dia in als standaardsjabloon. Dit kan vooral nuttig zijn als u een dia met een bedrijfslogo gecreëerd hebt, of als u een bepaalde indeling vaker wilt gebruiken. &Ctrl;P Bestand Afdrukken... Drukt de presentatie af. Er verschijnt een dialoogvenster waarin u printerinstellingen kunt wijzigen voordat de presentatie wordt afgedrukt. Bestand Afdrukvoorbeeld... Opent een voorbeeld van de presentatie in een programma waarmee u &PostScript;-bestanden kunt bekijken. In dit programma kunt u zien hoe de afgedrukte presentatie eruit zal zien. BestandDocumentinformatie Opent een dialoogvenster waarin u informatie over het document kunt invullen. Dit kan informatie over de auteur en over de inhoud van het document zijn. &Ctrl;W BestandSluiten Sluit de huidige presentatie. Als er niet-opgeslagen wijzigingen zijn kunt u deze alsnog opslaan. &Ctrl;Q Bestand Afsluiten Sluit &kpresenter; af. Als er niet-opgeslagen wijzigingen zijn kunt u deze alsnog opslaan. Het menu <guimenu >Bewerken</guimenu > &Ctrl;Z BewerkenOngedaan maken: Laatste handeling Maakt de laatste handeling ongedaan. &Ctrl;&Shift;Z Bewerken Opnieuw: Laatste ongedaan gemaakte handeling Voert de ongedaan gemaakte handeling opnieuw uit. Als u nog geen handelingen ongedaan gemaakt hebt, is dit item niet beschikbaar. &Ctrl;X BewerkenKnippen Kopieert het geselecteerde item naar het klembord en verwijdert het uit het document. &Ctrl;C BewerkenKopiëren Kopieert het geselecteerde item naar het klembord. Het item in de presentatie wordt niet gewijzigd. &Ctrl;V BewerkenPlakken Voegt de inhoud van het klembord in uw presentatie in. &Ctrl;Delete BewerkenVerwijderen Verwijdert het geselecteerde item uit de presentatie. &Ctrl;A BewerkenAlles selecteren Selecteert alle objecten en alle tekst op de huidige dia. &Ctrl;&Shift;A BewerkenDeselecteren Deselecteert alle geselecteerde objecten. &Ctrl;F BewerkenZoeken... Zoekt in de presentatie naar de opgegeven tekst. F3 BewerkenVolgende zoeken Zoekt verder naar de opgegeven tekst. &Shift;F3 BewerkenVorige zoeken Zoekt terug naar de opgegeven tekst. &Ctrl;R BewerkenVervangen... Vervangt een stukje tekst door andere tekst. Bewerken Dia kopiëren Kopieert de huidige dia naar het klembord. Bewerken Dia dupliceren Voegt een exacte kopie van de huidige dia in. Bewerken Dia verwijderen Verwijdert de huidige dia uit de presentatie. Voordat de dia verwijderd wordt, krijgt u een vraag om bevestiging. Bewerken Object dupliceren... Maakt een duplicaat van het geselecteerde object. Er verschijnt een dialoogvenster waarin u enkele opties voor het duplicaat in kunt stellen. U kunt het object roteren, van grootte veranderen of verplaatsen. Het menu <guimenu >Beeld</guimenu > BeeldNieuwe weergave Opent een nieuw venster met dezelfde presentatie zodat u meer dan één dia tegelijkertijd kunt bewerken. &Ctrl;&Shift;W BeeldAlle weergaven sluiten Sluit alle weergaven van de presentatie. Als er nog niet-opgeslagen wijzigingen zijn, kunt u deze alsnog opslaan of het sluiten annuleren. Beeld Weergave splitsen Splitst het venster in twee (of meer) deelvensters met dezelfde presentatie. De standaardoriëntatie is horizontaal. Beeld Deelvenster verwijderen Sluit het huidige deelvenster. De presentatie, en elk ander deelvenster, blijft open. Wijzigingen worden niet automatisch opgeslagen. BeeldSplitser-oriëntatie Schakelt de oriëntatie van de deelvensters tussen Horizontaal (de standaard) en Verticaal. Beeld Zijbalk tonen Toont of verbergt het paneel waarin het overzicht staat van alle dia's in de presentatie. Beeld Notitiebalk tonen Toont of verbergt het paneel waarin het overzicht staat van alle notities in de presentatie. Beeld Basisdia Toont of verbergt de basisdia, hierop plaatst u de objecten die op alle dia's in de presentatie te zien moeten zijn. Beeld Niet-afdrukbare tekens Toont niet-afdrukbare tekens, zoals tabstops en alinea-einden. Dit kan een handig hulpmiddel zijn wanneer u de tekst op een bepaalde positie wilt plaatsen. Dit item kan in- en uitgeschakeld worden. Als het ingeschakeld is, zijn de tekens zichtbaar, als het uitgeschakeld is. zijn ze niet zichtbaar. BeeldHulplijnen In &kpresenter; kunt u een hulplijn vanaf de horizontale of de verticale liniaal in het document slepen. Deze lijn zal niet zichtbaar zijn op de afdruk of in de presentatie, het is alleen een hulpmiddel om objecten precies uit te lijnen. Als dit item ingeschakeld is, zijn de hulplijnen zichtbaar. Hulplijnen gelden voor alle dia's tegelijk, zodat u objecten op meerdere dia's op dezelfde manier kunt uitlijnen. Wanneer u hulplijnen uitschakelt, worden ze niet verwijderd. Selecteer het item opnieuw om de hulplijnen weer te tonen. BeeldHulplijn toevoegen... Er verschijnt een dialoogvenster waarin u de Oriëntatie (Horizontaal of Verticaal) en de Positie: kunt instellen. Beeld Raster tonen/verbergen Als dit item ingeschakeld is, zal &kpresenter; een raster van stippen, die de denkbeeldige snijpunten van horizontale en verticale lijnen voorstellen, op de dia weergeven. U kunt deze punten gebruiken bij het plaatsen van objecten op de dia. BeeldMagnetisch raster Als deze optie ingeschakeld is, zullen objecten die getekend of verplaatst worden met de linkerbovenhoek door het dichtstbijzijnde rasterpunt aangetrokken worden. Dit beperkt u in de mogelijkheid op objecten overal te plaatsen, het helpt echter bij het precies uitlijnen van de objecten. Door de optie in- en uit te schakelen kunt u van beide mogelijkheden gebruik maken. BeeldZoomen Met dit submenu kunt u in- en uitzoomen op de dia. Er zijn verscheidene voorgedefinieerde zoomfactoren beschikbaar, inclusief Hele dia on de gehele dia in het venster te laten passen, en Breedte om de gehele breedte van de dia in het venster te laten passen. De overige zoomfactoren lopen van 33% tot500%. Het menu <guimenu >Invoegen</guimenu > &Alt;&Shift;C InvoegenSpeciaal teken... Opent een dialoogvenster waarin u een speciaal teken kunt selecteren. Op deze manier kunt u ook tekens invoegen die niet op het toetsenbord aanwezig zijn, zoals een ü. InvoegenVariabele Opent een submenu waar u uit verscheidene variabelen kunt kiezen. De variabelen worden vervangen door een waarde die ververst kan worden wanneer u het document wijzigt. InvoegenKoppeling... Voegt een koppeling naar een bestand, een website of een e-mailadres in. Op deze manier kunnen deze locaties direct vanuit de actieve presentatie benaderd worden. De gekoppelde items worden zoals gebruikelijk door andere toepassingen op uw systeem toegankelijk gemaakt. InvoegenCommentaar... Voegt een commentaar in dat niet zichtbaar is tijdens de presentatie. U kunt een commentaar gebruiken om aantekeningen in de tekst te maken. F2 InvoegenDia... Voegt een nieuwe dia aan de presentatie toe. Er verschijnt een dialoogvenster waarin u een sjabloon kunt kiezen. U kunt hier ook bepalen of de nieuwe dia voor of na de huidige dia ingevoegd wordt. InvoegenBestand... Voegt een bestaande presentatie in. Een standaard &kde;-dialoogvenster wordt geopend waarin u het gewenste &kpresenter;-bestand (.kpr) of een OASIS OpenDocument Presentation (.odp) kunt selecteren. Het bestand wordt na de laatste dia van de huidige presentatie ingevoegd. F10 InvoegenTekst Voegt een nieuw tekstobject in. Klik op de dia en teken een rechthoek op de plaats waar het tekstobject ingevoegd moet worden. InvoegenGrafiek Voegt een grafiek in. Klik en teken een rechthoek op de plaats waar de grafiek ingevoegd moet worden. Er wordt een standaardgrafiek ingevoegd. Dubbelklik erop om de de editor van &kchart; te openen. Hierin kunt u het grafiektype selecteren en de gegevens bewerken. F5 InvoegenTabel Voegt een rekenblad in. Klik en teken een rechthoek op de plaats waar het rekenblad ingevoegd moet worden. Er verschijnt een &kspread;-dialoogvenster. Selecteer een bestand om in te voegen. U kunt kiezen uit verscheidene bestandtypen, inclusief tekstbestanden. U kunt ook kiezen om een nieuw bestand te maken. Dubbelklik op het rekenblad om de gegevens te bewerken. InvoegenObject Een object is een bestand dat in de presentatie ingebed wordt. U kunt kiezen uit verscheidene bestandstypen. Een veelgebruikte optie is het invoegen van vectorafbeeldingen. &Shift;F5 InvoegenAfbeelding... Voegt een rasterafbeelding in. Rasterafbeeldingen zijn minder gemakkelijk schaalbaar dan vectorafbeeldingen. &kpresenter; kan veel bestandstypen inlezen, onder andere tiff, .jpg en .png. InvoegenLijn Opent een submenu waarin u uit verscheidene lijnsoorten kunt kiezen. Het tekenen van lijnen wordt verderop beschreven. InvoegenVorm Opent een submenu waarin u uit verscheidene vormen kunt kiezen. U kunt deze vormen naderhand bewerken. Het gebruik van het tekengereedschap wordt in een ander gedeelte uitgebreid beschreven. InvoegenAfbeelding scannen... Scan een afbeelding met een scanner. Om deze optie te kunnen gebruiken moet er een scanner geïnstalleerd zijn. Het dialoogvenster Afbeelding ophalen... wordt geopend, hierin kunt u opties voor de scanner instellen. Het menu <guimenu >Opmaak</guimenu > OpmaakSelecteren Verandert de muiswijzer in de normale selectiecursor. Als u één van de tekengereedschappen of andere hulpmiddelen gebruikt hebt, kunt u geen andere objecten selecteren, met deze optie krijgt u de selectiecursor weer terug. OpmaakRoteren Verandert de cursor in een gebogen dubbele pijl. Klik met de &LMB; op een object en houd de muisknop ingedrukt. Sleep met de muis om het object te roteren. Laat de muisknop los om te stoppen met roteren. Om de rotatie te annuleren kiest u BewerkenOngedaan maken in het menu. OpmaakZoomen Met deze optie kunt u in- en uitzoomen. De gebruikte zoomfactor is te zien op de werkbalk Bewerken. De ingestelde zoomfactor De ingestelde zoomfactor Klik met de linkermuisknop op de dia om in te zoomen. Wanneer u met de rechtermuisknop op de dia klikt verschijnt het contextmenu, hierin kunt u de volgende items kiezen: Inzoomen, Uitzoomen, Hele dia, Breedte, Hoogte, Geselecteerd object of Alle objecten. Deze actie heeft hetzelfde effect als BeeldZoomen . OpmaakEigenschappen Opent het dialoogvenster Eigenschappen voor het geselecteerde object. Het dialoogvenster Eigenschappen Het dialoogvenster Eigenschappen In het dialoogvenster Eigenschappen kunt u gedetailleerde wijzigingen aan een object maken. U kunt verscheidene eigenschappen veranderen, zoals positie, tekstkleur en kleurdiepte. OpmaakObjecten rangschikken In dit menu kunt u de volgorde waarop objecten gestapeld zijn veranderen. Een object dat zich bovenaan bevindt, overlapt geheel of gedeeltelijk alle andere objecten eronder. Een object dat zich onderaan bevindt kan geheel of gedeeltelijk door andere objecten overlapt worden. Een object in het midden van de stapel kan door andere objecten overlapt worden en kan zelf andere objecten overlappen. U kunt objecten een stap hoger of lager in de stapel plaatsen, of helemaal bovenaan of onderaan. OpmaakObjecten uitlijnen In het submenu kunt u kiezen hoe de geselecteerde objecten uitgelijnd moeten worden. De objecten kunnen zowel horizontaal als verticaal uitgelijnd worden. &Ctrl;G Opmaak Objecten groeperen U kunt samengestelde objecten creëren door verscheidene losse componenten, zoals cirkels en rechthoeken te groeperen. Plaats de objecten op de gewenste plaats en selecteer alle objecten door erop te klikken terwijl u de &Ctrl; ingedrukt houdt. Kies Objecten groeperen om de objecten tot een groep samen te voegen. &Ctrl;&Shift;G Opmaak Groepering opheffen Splitst een groep objecten in losse componenten, zodat u één of meer van de componenten kunt bewerken. Klik buiten het object om het te deselecteren, klik daarna op het gewenste object. OpmaakObjecten schaduwen... Plaatst een gekleurde kopie achter het geselecteerde object. Met deze optie kunt u slagschaduwen maken voor bijvoorbeeld logo's. Om tekst van een schaduw te voorzien moet het tekstframe geselecteerd zijn (er bevinden zich acht vierkantjes op de rand van het tekstframe). In een dialoogvenster kunt u de kleur, de richting en de afstand van de schaduw instellen. Klik op de knop Toepassen om het resultaat te zien zonder het dialoogvenster te sluiten. OpmaakPaginaopmaak... Opent een dialoogvenster waarin u de eigenschappen van de pagina kunt instellen. U kunt de paginagrootte, de oriëntatie (portret of landschap) en de marges instellen. OpmaakKoptekst aanzetten/uitzetten Toont of verbergt het veld met de koptekst op de huidige dia. Een koptekst kan alleen op de basisdia toegevoegd worden, maar door middel van deze optie kunt u instellen op welke dia's de koptekst getoond wordt. OpmaakVoettekst aanzetten/uitzetten Toont of verbergt het veld met de voettekst op de huidige dia. Een voettekst kan alleen op de basisdia toegevoegd worden, maar door middel van deze optie kunt u instellen op welke dia's de voettekst getoond wordt. OpmaakDia-achtergrond... Opent een dialoogvenster waarin u de achtergrond van de dia (of van alle dia's) kunt instellen. U kunt Kleur/Kleurverloop (een enkele kleur of een kleurverloop) of een Afbeelding voor de achtergrond gebruiken. U kunt de Weergavemodus: voor de afbeelding instellen op Geschaald, Gecentreerd, of Getegeld. Klik op het lange kleurvak om het dialoogvenster "Kleur selecteren" te openen. Kleurverlopen hebben alleen effect als u twee verschillende kleuren kiest. Afbeeldingen kunnen gezoomd (zodat de gehele dia bedekt wordt), gecentreerd of als een herhaald patroon geplaatst worden. Om de afbeelding te verwijderen kunt u een andere afbeelding of een achtergrondkleur kiezen. Het menu <guimenu >Tekst</guimenu > Dit menu bevat de opties om tekst te wijzigen en op te maken. Dit is vooral nuttig bij presentaties met grote hoeveelheden tekst. De opties in het menu Tekst hebben alleen effect op geselecteerde tekst. TekstStandaardopmaak Past de standaard systeeminstellingen, zoals tekengrootte, stijl en opmaak, toe op de geselecteerde tekst. TekstLettertype... Het dialoogvenster Lettertype selecteren bevat een aantal opties voor de geselecteerde tekst: Het dialoogvenster Lettertype selecteren Het dialoogvenster Lettertype selecteren In dit dialoogvenster kunt u het lettertype, de stijl en de grootte van de geselecteerde tekst wijzigen. In het voorbeeldvenster onderaan kunt u het effect van de wijzigingen zien voordat u ze daadwerkelijk toepast. &Alt;&Ctrl;F TekstAlinea... In het dialoogvenster Alinea-instellingen kunt u de opties voor complete alinea's instellen. Hier kunt u instellen hoeveel de tekst inspringt, de regelafstand, opgesomde en genummerde lijsten maken en u kunt randen om alinea's plaatsen. TekstKleur... In het dialoogvenster Kleur selecteren kunt u de kleur van de geselecteerde tekst instellen. Het dialoogvenster Kleur selecteren Het dialoogvenster Kleur selecteren Met behulp van het kleurenspectrum in het vak aan de linkerkant kunnen kleuren die u in het document wilt gebruiken precies gedefinieerd worden. De helderheid van de kleur kan aangepast worden op de balk rechts van het kleurenspectrum. In de invoervelden onder het kleurenspectrum kunne de kleurwaarden ingevuld , zodat exacte kleurwaarden gespecificeerd kunnen worden. U kunt de kleurenpipet gebruiken om kleuren ergens anders vandaan te kopiëren (van afbeeldingen bijvoorbeeld). &Alt;&Ctrl;S TekstStijlbeheer Opent het dialoogvenster Stijlbeheer. Hier kunt u een tekststijl creëren die op alle geselecteerde tekst toegepast zal worden. TekstStijl importeren... Opent een dialoogvenster waarin u stijlen vanuit een ander &kpresenter;-document in de presentatie kunt importeren. TekstStijl In het submenu kunt u een stijl kiezen die op de geselecteerde tekst toegepast zal worden. TekstStijl aanmaken van selectie Kopieert de eigenschappen van de geselecteerde tekst en maakt hier een tekststijl van. TekstUitlijnen Het item Uitlijnen heeft een submenu met vier opties: Links uitlijnen (&Alt;L), Centreren (&Alt;C), Rechts uitlijnen (&Alt;R)en Als blok uitlijnen (&Alt;J), wat ook wel uitvullen genoemd wordt. Tekst wordt standaard links uitgelijnd. TekstType In het submenu kunt u kiezen om de geselecteerde tekst in een genummerde lijst of in een lijst met opsommingstekens te veranderen. Bij een genummerde lijst kunt u de stijl van de nummering wijzigen, bij een opgesomde lijst kunt u de stijl van de opsommingstekens wijzigen. U kunt een lijst weer in gewone tekst veranderen door Geen als stijl te selecteren. &Ctrl;+ TekstDiepte vergroten &Ctrl;- TekstDiepte verkleinen Diepte vergroten en Diepte verkleinen verplaatsen de alinea verder naar rechts (Diepte vergroten) of verder naar links (Diepte verkleinen). TekstInhoud aan objecthoogte aanpassen TekstObject aan inhoud aanpassen Met Inhoud aan objecthoogte aanpassen en Object aan inhoud aanpassen kunt u de tekst aanpassen aan het tekstframe of het tekstframe aanpassen aan de tekst. TekstPaginanummer invoegen Voegt een paginanummer in. Dit paginanummer zal automatisch bijgewerkt worden wanneer er dia's uit de presentatie worden verwijderd of aan de presentatie worden toegevoegd. TekstGebruik van hoofd-/kleine letters wijzigen... Opent een dialoogvenster waarin u verscheidenen opties voor het gebruik van hoofd- en kleine letters in de geselecteerde tekst kunt instellen. Er zijn verschillende stijlen waaruit u kunt kiezen, alles in kleine letters of hoofdletters, elk woord beginnen met een hoofdletter of elke zin beginnen met een hoofdletter. U kunt ook hoofd- en kleine letters verwisselen zodat hoofdletters vervangen worden door kleine letters en andersom. TekstSpellingcontrole In het submenu kunt u de opties voor spellingcontrole gebruiken. Als u de optie Autospellingcontrole inschakelt, zal &kpresenter; automatisch de tekst die u intypt controleren op spelfouten. Als u de spelling niet automatisch wilt laten controleren, kunt u vanuit het menu Spelling... op elk gewenst moment de spelling laten controleren. Tekst Autocorrectie toepassen... Hiermee kunt u automatische correctie op de tekst toepassen. Als de optie Autocorrectie ingeschakeld is, zullen algemene typfouten gecorrigeerd worden terwijl u typt, ⪚ als u lopot typt, zal dit veranderd worden in loopt. Als autocorrectie niet ingeschakeld is, kunt u vanuit het menu Autocorrectie toepassen op elk gewenst moment de tekst automatisch laten corrigeren. Het menu <guimenu >Diapresentatie</guimenu > DiapresentatieDiapresentatie instellen... Er verschijnt een dialoogvenster waarin u eigenschappen voor de gehele presentatie kunt instellen, onder andere of de tijdsduur van de presentatie getoond wordt, welke dia's getoond worden en verscheidene andere globale instellingen. DiapresentatieObjecteffect bewerken... Hier kunt u kiezen welk effect u op een geselecteerd object wilt toepassen, zoals wanneer en hoe het verschijnt en of er een geluid te horen moet zijn. Deze effecten kunnen ook ingesteld worden voor verdwijnende objecten. DiapresentatieDia-overgang bewerken Er verschijnt een dialoogvenster waarin u de effecten bij de overgang van de ene dia naar de volgende kunt instellen. De effecten die u hier kiest, worden toegepast bij de overgang van deze dia naar de volgende. F12 DiapresentatieStarten Start de diapresentatie met de huidige dia. DiapresentatieBeginnen bij eerste dia Start de diapresentatie bij de eerste dia. DiapresentatieAangepaste diapresentatie... Er verschijnt en dialoogvenster waarin u dia's kunt Toevoegen..., Wijzigen..., Verwijderen en Kopiëren en waarin u de diapresentatie kunt Testen. Home DiapresentatieGa naar begin Ga naar de eerste dia in de presentatie. PageUp Diapresentatie Vorige dia Ga terug naar de vorige dia in de presentatie. PageDown DiapresentatieVolgende dia Ga naar de volgende dia in de presentatie. End DiapresentatieGa naar einde Ga naar de laatste dia in de presentatie. Het menu <guimenu >Instellingen</guimenu > Het menu Instellingen bevat verscheidene opties om &kpresenter; aan te passen. Instellingen Werkbalken In dit menu kunt u in- en uitschakelen welke werkbalken getoond worden. Instellingen Autocorrectie instellen... Met behulp van autocorrectie kan &kpresenter; algemene typfouten corrigeren of afkortingen voluit schrijven. Deze functie is onafhankelijk van de spellingcontrole. U kunt zelf woorden aan de lijst met typ- of spelfouten (bijvoorbeeld lopot vervangen door: loopt) toevoegen. De mogelijkheid om afkortingen uit te schrijven kan u veel typwerk besparen wanneer u vaak dezelfde tekst in één of meer presentaties gebruikt. Als u bijvoorbeeld voor een Bedrijf met een heel erg lange naam werkt, kunt u een item in autocorrectie definiëren dat mnWerk vervangt door Bedrijf met een heel erg lange naam. Autocorrectie kan zowel toegepast worden terwijl u typt, als expliciet vanuit het menu Tekst gestart worden. Een complete uitleg kunt u vinden in het gedeelte Autocorrectie instellen. Instellingen Aanvulling instellen... Automatische aanvulling betekent dat u alleen de eerste letters van een veelgebruikt woord hoeft in te typen en dat &kpresenter; het woord automatisch aanvult, dit kan vooral handig zijn bij lange woorden en technische of wettenschappelijke termen. Een gedetailleerde uitleg kunt u vinden in het gedeelte Aanvulling instellen. Instellingen Sneltoetsen instellen... In het dialoogvenster Sneltoetsen instellen... kunt u bestaande sneltoetsen wijzigen en nieuwe sneltoetsen aan functies in &kpresenter; toewijzen. Sneltoetsen instellen Sneltoetsen instellen Als u een sneltoets wilt toewijzen die al in gebruik is, verschijnt er een waarschuwing. Selecteer de functie (in het voorbeeld hierboven is dit Info over TDE). Klik op de radioknop Aangepast en druk op de toetsen die u ervoor wilt gebruiken. In het voorbeeld zijn de toetsen Ctrl+Y ingesteld om het dialoogvenster Info over TDE te openen. Op de knop wordt weergegeven welke sneltoetsen toegewezen zijn. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan, klik op de knop Standaard om de standaardinstellingen terug te zetten, klik op Annuleren om niets te wijzigen en het dialoogvenster te sluiten. Instellingen Werkbalken instellen... In het dialoogvenster "Werkbalken instellen" kunt u knoppen toevoegen, verplaatsen en verwijderen. Werkbalken in &kpresenter; instellen Werkbalken in &kpresenter; instellen Bovenin het dialoogvenster is een keuzelijst waar u de werkbalk kunt selecteren die u wilt wijzigen. In de schermafdruk is dit Opmaak. Om de knop Spelling aan de werkbalk toe te voegen selecteert u het item in de lijst aan de linkerkant. Klik dan op de knop met de pijl naar rechts om Spelling aan de werkbalk toe te voegen. Om een knop te verwijderen selecteert u het item in de lijst aan de rechterkant en klikt daarna op de knop met de pijl naar links. Klik op de knoppen met de pijlen omhoog en omlaag om de knoppen op de werkbalk te verplaatsen. Instellingen &kpresenter; instellen... In het gedeelte &kpresenter; instellen kunt u een complete uitleg van alle instellingen in &kpresenter; vinden. Het menu <guimenu >Help</guimenu > &help.menu.documentation;