Pamela Robert
pamroberts@blueyonder.co.uk
Anne-Marie Mahfouf
annemarie.mahfouf@free.fr
Natalie Koning
nat@switch.demon.nl
Vertaler
&kspread;: Uitgebreide mogelijkheden Reeksen Bij het maken van een werkblad zijn er vaak getallenreeksen in rijen of kolommen nodig, zoals 10, 11, 12.... Er zijn verscheidene manieren waarop u dat in &kspread; kunt doen. Voor een korte reeks, zoals 5, 6, 7, 8..., is Slepen en kopiëren de eenvoudigste methode. Typ de beginwaarde in de eerste cel en de volgende waarde in de aangrenzende cel. Selecteer de twee cellen en plaats de muiswijzer op het zwarte vierkantje in de rechterbenedenhoek; de muiswijzer verandert in een diagonale dubbele pijl. Houd de linkermuisknop ingedrukt terwijl u de muis omlaag of naar rechts sleept. De stapgrootte wordt berekend als het verschil tussen de twee beginwaarden. Als u bijvoorbeeld 4 in cel A1 en 3,5 in cel A2 intypt en dan de twee cellen selecteert en omlaag kopieert, is de stapgrootte de waarde in A2 min de waarde in A1, in dit geval -0,5. De reeks 4, 3,5, 3, 2,5, 2... is het resultaat. Slepen en kopiëren werkt ook bij reeksen waar de stapgrootte geen constante waarde, maar zelf ook een reeks is. Als u begint met 1, 3, 4, 6 zal "Slepen en kopiëren" de reeks aanvullen tot 1, 3, 4, 6, 7, 9, 10, 12...;,de stapgrootte is in dit geval de reeks 2, 1, 2, 1... &kspread; herkent ook enkele speciale reeksen zoals de dagen van de week. U kunt bijvoorbeeld vrijdag in een cel intypen en omlaag "Slepen en kopiëren". Kies HulpmiddelenAangepaste lijsten... om te zien welke reeksen er beschikbaar zijn. Hier kunt u ook zelf reeksen creëren. Als u een cel selecteert en Reeksen... in het menu Invoegen kiest, verschijnt het dialoogvenster Reeksen. In dit dialoogvenster kunt u reeksen creëren die te lang zijn om de methode "Slepen en kopiëren" te gebruiken, of om reeksen zoals 1, 1,5, 2,25, 3,375... te creëren waar de waarde 1,5 gebruikt wordt om mee te vermenigvuldigen. Als een reeks te ingewikkeld is voor beide voorgaande methoden kunt u een formule gebruiken en die "Slepen en kopiëren". Om bijvoorbeeld een reeks te creëren met de waarden 2, 4, 15, 256..., typt u 2 in cel A1, =A1*A1 in cel A2, en kopieert u cel A2 omlaag. Formules Ingebouwde functies &kspread; beschikt over een groot aantal ingebouwde wiskundige en andere functies die in een formule gebruikt kunnen worden. Om de formules in te voegen kiest u Functie... in het menu Invoegen. In het dialoogvenster Functie vindt u ook een korte uitleg bij elke formule. Selecteer de gewenste formule in de keuzelijst aan de linkerkant. Op het tabblad Help kunt u een beschrijving, het teruggegeven type, de syntaxis, de parameters en voorbeelden voor deze functie zien. Bovendien zijn er op dit tabblad vaak koppelingen naar gerelateerde functies. Klik vervolgens op de knop met de pijl omlaag om de formule in het tekstvak onderin het dialoogvenster te plakken. Het tabblad Parameters wordt beschikbaar, hier kunt u de parameter(s) voor de formule invullen. U kunt de waarde voor een parameter in het tekstvak op het tabblad Parameters typen. Om een celverwijzing in plaats van een waarde in te vullen klikt u met de linkermuisknop in het tekstvak op het tabblad Parameters en daarna klikt u met de linkermuisknop in de cel op het werkblad. In plaats van het tabblad Parameters te gebruiken kunt u celverwijzingen zoals B6 ook direct in het onderste tekstvak in het dialoogvenster Functie intypen. Als een functie meer dan één parameter heeft, moeten deze gescheiden worden door een puntkomma (;). Klik op OK om de functie in de huidige cel in te voegen en het dialoogvenster Functie te sluiten. U kunt formules ook zonder het dialoogvenster Functie gebruiken door de complete formule in het tekstvak op de formulebalk te typen. De namen van de functies zijn niet hoofdlettergevoelig. Vergeet niet dat alle formules met = moeten beginnen. Logische vergelijkingen Aan logische functies zoals IF(), AND(), OR() worden parameters meegegeven die de logische (booleaanse) waarde Waar of Onwaar hebben. Deze waarden kunnen geproduceerd worden door andere logische functies zoals ISEVEN() of door het vergelijken van waarden in cellen met behulp van de vergelijkende symbolen, die in de volgende tabel staan. Symbool Beschrijving Voorbeeld == Is gelijk aan A2==B3 is Waar als de waarde in A2 gelijk is aan de waarde in B3 != Is niet gelijk aan A2!=B3 is Waar als de waarde in A2 niet gelijk is aan de waarde in B3 <> Is niet gelijk aan Is hetzelfde als A2!=B3 < Is kleiner dan A2<B3 is Waar als de waarde in A2 kleiner is dan de waarde in B3 <= Is kleiner dan of gelijk aan A2<=B3 is Waar als de waarde in A2 kleiner dan of gelijk is aan de waarde in B3 > Is groter dan A2>B3 is Waar als de waarde in A2 groter is dan de waarde in B3 >= Is groter dan of gelijk aan A2>=B3 is Waar als de waarde in A2 groter dan of gelijk is aan de waarde in B3 Als u =IF(B3>B1;"GROTER";"") in een cel invoert, zal GROTER getoond worden als de waarde in B3 groter is dan de waarde in B1, in andere gevallen wordt er niets getoond. Absolute Celverwijzingen Als een formule een celverwijzing bevat, wordt deze verwijzing gewoonlijk gewijzigd wanneer de cel naar een ander gedeelte van het werkblad gekopieerd wordt. Plaats een $ vóór de kolomletter, het rijnummer, of beide, om de verwijzing niet te laten veranderen. Als A1 de formule =D5 bevat en naar B2 gekopieerd wordt, zal de formule gewijzigd worden in =E6 (standaard). Als A1 de formule =$D5 bevat en naar B2 gekopieerd wordt, zal de formule gewijzigd worden in =D6 (de kolomletter wordt niet gewijzigd). Als A1 de formule =D$5 bevat en naar B2 gekopieerd wordt, zal de formule gewijzigd worden in =E5 (het rijnummer wordt niet gewijzigd). Als A1 de formule =$D$5 bevat en naar B2 gekopieerd wordt, zal de formule =D5 blijven (noch de kolomletter, noch het rijnummer wordt gewijzigd). Wanneer u een celverwijzing in een formule intypt of bewerkt, kunt u met de sneltoets F4 deze vier mogelijkheden laten rouleren. Benoemde cellen kunnen op een soortgelijke manier gebruikt worden om een statische celverwijzing in een formule op te nemen. Berekeningen met "Speciaal plakken" Soms kan het nodig zijn om een bepaalde waarde bij een aantal cellen op te tellen, of er vanaf te trekken, of om de cellen met een waarde te vermenigvuldigen of erdoor te delen. Met de optie Speciaal plakken... kunt u dit snel en eenvoudig doen. Vul eerst ergens in een aparte cel op het werkblad de vervangingswaarde in en Kopieer deze. Selecteer dan de cellen die u wilt wijzigen, kies Speciaal plakken... in het menu Bewerken, of in het submenu dat verschijnt na klikken met de rechtermuisknop. Kies dan Optelling, Aftrekking,Vermenigvuldiging of Deling in het gedeelte Handeling van het dialoogvenster. U kunt ook verschillende vervangingswaarden op verschillende rijen of kolommen toepassen door een bereik te kopiëren dat de gewenste vervangingswaarden bevat voordat u het doelbereik selecteert en Speciaal plakken... kiest. Als u bijvoorbeeld 5 in cel A1 en 10 in cel B1 invult, beide cellen selecteert en Kopieert, daarna Speciaal plakken...Optelling in de cellen A10 tot en met D15 uitvoert, zal 5 bij A10:A15 en C10:C15 opgeteld worden en zal 10 bij cel B10:B15 en D10:D15 opgeteld worden. Een vervangingswaarde kan zowel een formule als een eenvoudige numerieke waarde zijn. Als een formule gebruikt wordt, zal &kspread; de celverwijzingen aanpassen zoals dat bij normaal Plakken ook gebeurt. Doel zoeken &kspread; kan gebruikt worden om algebraïsche formules zoals x + x^2 = 4 op te lossen. Ofwel Voor welke waarde van x is x + x-kwadraat 4?. Voor dit voorbeeld zou u A2+A2*A2 in A1 kunnen invullen en dan net zo lang de waarde in A2 veranderen tot het resultaat in A1 zo dicht mogelijk bij 4 komt. Een snellere manier is om &kspread; automatisch de waarde te laten berekenen met behulp van Doel zoeken.... Selecteer Doel zoeken... in het menu Gegevens. Er verschijnt een dialoogvenster waarin u de celverwijzing met de doelwaarde (in dit geval A1) bij Cel instellen: invult, de doelwaarde (4) bij Naar waarde: en de celverwijzing die veranderd moet worden (A2) bij Door het veranderen van cel:. Let erop dat u een beginwaarde in de cel die veranderd moet worden ingevuld moet hebben voordat u Doel zoeken... kunt uitvoeren. Klik op de knop Starten in het dialoogvenster Doel zoeken om de berekening te starten. Als de oplossing gevonden is, klikt u op OK om het resultaat in de cel in te voegen of op Annuleren om de oorspronkelijke waarde te behouden. Meerdere werkbladen gebruiken Wanneer u een nieuw, leeg document maakt, zal &kspread; een aantal lege werkbladen aanmaken. Dit aantal kunt u instellen bij Aantal pagina's dat in het begin is geopend: bij Uiterlijk in het dialoogvenster &kspread; instellen.... Invoegen Werkblad voegt een nieuw werkblad aan het document toe. Als het keuzevakje Tabs tonen bij Uiterlijk van het dialoogvenster "&kspread; instellen" gemarkeerd is, zal linksonder in het venster van &kspread; voor elk werkblad een tab zichtbaar zijn. U kunt met de linkermuisknop op een tab klikken om naar dat werkblad over te schakelen. U kunt ook naar een ander werkblad overschakelen door sneltoetsen te gebruiken: met &Ctrl;PageDown komt het volgende werkblad in beeld, met &Ctrl;PageUp het vorige. Werkbladen krijgen standaard de namen Sheet 1,Sheet 2... U kunt een werkblad een andere naam geven door met de rechtermuisknop op de tab te klikken en Werkblad hernoemen... te kiezen. Om een werkblad te verwijderen kiest u Werkblad verwijderen in het menu Opmaak Werkblad, of klikt u met de rechtermuisknop op de tab van het werkblad en kiest u het item in het contextmenu. Met de overige items in het menu Opmaak Werkblad kunt u werkbladen verbergen of tonen op dezelfde manier waarop rijen en kolommen verborgen kunnen worden. Als u een formule op het ene werkblad naar een cel op een ander werkblad wilt laten verwijzen, moet de celverwijzing beginnen met de naam van het werkblad gevolgd door een uitroepteken (!). Als u bijvoorbeeld =Werkblad2!A2 in een cel op Werkblad 1 typt, zal de waarde in cel A2 op Werkblad 2 gebruikt worden. De namen van de werkbladen zijn hoofdlettergevoelig. Gegevens consolideren Wanneer u een document hebt dat verscheidene werkbladen bevat met gelijksoortige gegevens voor bijvoorbeeld verschillende maanden in een jaar, kunt u een werkblad toevoegen dat een overzicht bevat van de geconsolideerde (⪚ som of gemiddelde) waarden van de overeenkomende gegevens op de overige werkbladen. Deze taak kan eenvoudiger gemaakt worden door Consolideren... in het menu Gegevens te gebruiken. Door dit menu-item te kiezen wordt het dialoogvenster Consolideren geopend. Voor elk van de bronwerkbladen vult u een verwijzing naar de gewenste gegevens in bij Referentie: in het dialoogvenster Consolideren. Klik op de knop Toevoegen om de verwijzing aan Ingevoerde referenties: toe te voegen. De verwijzing moet ook de naam van het werkblad met de brongegevens bevatten, zoals bijvoorbeeld januari!A1:A10, dit wordt automatisch gedaan als u het celbereik op het juiste werkblad selecteert. Wanneer u alle verwijzingen voor de brongegevens ingevoerd hebt, selecteert u op het doelwerkblad de cel waar de linkerbovenhoek van het geconsolideerde resultaat moet komen. Kies daarna de gewenste Functie in de keuzelijst en klik op OK. Als u het keuzevakje Gegevens kopiëren in het dialoogvenster Consolideren markeert, zullen de waarden in plaats van de formules in de doelcellen worden geplaatst. Een grafiek invoegen U kunt een grafiek op een werkblad invoegen om een grafisch overzicht van de gegevens te zien. Selecteer eerst het celbereik met de gegevens en kies dan het menu Invoegen Grafiek. De cursor verandert in een draadkruis. Houd de linkermuisknop ingedrukt en teken een rechthoek op de plaats waar de grafiek ingevoegd moet worden. De grootte en de plaats van de grafiek kan naderhand altijd gewijzigd worden. Wanneer u de muisknop loslaat verschijnt het dialoogvenster van de grafiekassistent. In de assistent kunt u grafiektype, labels en legenda instellen. Voor meer informatie kunt u eerst het Handboek van &kchart; doorlezen. Als u een verkeerde keuze maakt, kunt u dit naderhand corrigeren. Wanneer u op de knop Voltooien klikt, verdwijnt de assistent en wordt de grafiek op het werkblad geplaatst. Schermafdruk van ingebedde grafiek Om een grafiek te verplaatsen, van grootte te veranderen of te verwijderen klikt u ergens binnen de grafiek, de grafiek krijgt een gearceerde rand en acht zwarte vierkantjes op de zijden en de hoeken. Als u de muiswijzer op één van de zwarte vierkantjes plaatst, verandert deze in een dubbele pijl. U kunt nu de grootte van de grafiek wijzigen door een vierkantje te verslepen terwijl u de linkermuisknop ingedrukt houdt. Om de grafiek te verwijderen klikt u met de rechtermuisknop op één van de vierkantjes en kiest dan Ingebed document verwijderen in het menu. Om de grafiek te verplaatsen plaatst u de muiswijzer op de gearceerde rand, de muiswijzer verandert in een hand. Klik op de linkermuisknop, houd de knop ingedrukt en sleep de grafiek naar de gewenste plaats. Klik ergens buiten de grafiek wanneer u klaar bent met wijzigen. Om de opmaak van de grafiek te wijzigen klikt u twee keer met de linkermuisknop binnen de grafiek. De grafiek krijgt een gearceerde rand maar geen zwarte vierkantjes. De Werkbalk van &kchart; verschijnt in het venster van &kspread;. U kunt nu in &kchart; de werkbalk gebruiken of het menu dat verschijnt wanneer u met de rechtermuisknop op de grafiek klikt. Externe gegevens invoegen U kunt gegevens vanuit een tekstbestand of vanaf het klembord op een werkblad invoegen door eerst de cel waar het eerste item van de ingevoegde gegevens moet komen te selecteren en dan Vanuit een tekstbestand... of Vanaf het klembord... in het menu InvoegenExterne gegevens te kiezen. In beide gevallen gaat &kspread; ervanuit dat de gegevens in CSV-opmaak zijn. Er verschijnt een dialoogvenster waarin u kunt aangeven hoe de gegevens uit het bestand of van het klembord in de cellen geplaatst moeten worden. Als uw systeem het ondersteunt, kan &kspread; ook gegevens uit een SQL-database in een werkblad invoegen. Selecteer hiervoor het menu Invoegen Externe gegevensVanuit database.... Cellen koppelen Een cel op een werkblad kan aan een handeling gekoppeld worden zodat wanneer u er met de linkermuisknop op klikt, bijvoorbeeld de webbrowser geopend wordt. Om een koppeling aan een cel toe te voegen kiest u het menu Invoegen Koppeling.... Het dialoogvenster Koppeling invoegen verschijnt, hierin kunt u kiezen uit vier verschillende koppelingen: Een Internet-koppeling zal uw webbrowser openen met de &URL; die in het tekstvak Internetadres van het dialoogvenster Koppeling invoegen is ingevuld. Bijvoorbeeld http://www.koffice.org. Wanneer u op een cel met een E-mail-koppeling klikt, wordt uw e-mailprogramma geopend met het adres dat in het tekstvak E-mail: is ingevuld als het Aan: adres. Bijvoorbeeld anon@example.com. Een koppeling naar een Bestand bestaat uit het pad naar een bestand of een map dat ingevuld is in het tekstvak Bestandslocatie:. Wanneer u erop klikt zal het bestand of de map geopend worden in een geschikte toepassing. Een koppeling naar een Cel bevat een &kspread;-celverwijzing naar de cel die ingevuld is in het tekstvak Cel:. Wanneer u met de linkermuisknop op de cel met dit type koppeling klikt, zal &kspread; de cursor naar de doelcel verplaatsen. Bij elk type koppeling moet een tekst in het tekstvak Toelichting: van het dialoogvenster Koppeling invoegen ingevuld worden. Deze tekst verschijnt in de cel, de tekststijl kan Vet of Cursief gemaakt worden. Geldigheid controleren &kspread; kan automatisch de geldigheid van ingevoerde gegevens aan de hand van een aantal criteria controleren en een foutmelding tonen als de gegevens ongeldig zijn. Om deze functie in te schakelen selecteert u de cel(len) die gecontroleerd moeten worden en daarna kiest u het menu Bewerken Validatie.... &kspread; opent het dialoogvenster Validatie, dit heeft twee tabbladen. Op het tabblad Waarden kiest u welk gegevenstype geldig is in de keuzelijst Toestaan:. U definieert het waardenbereik dat geldig is door één van de opties in de keuzelijst Data: te selecteren en de toegestane waarde in het tekstvak in te vullen. Op het tabblad Foutmelding kunt u het type melding kiezen (Stoppen, Waarschuwing of Informatie) dat getoond wordt bij ongeldige invoer. U kunt hier ook de titel en de tekst van de foutmelding bepalen. Deze functie controleert alleen gegevens die in de cel ingevoerd worden. Het controleren van resultaten van formulecellen wordt beschreven in Voorwaardelijke celattributen. Bescherming Documentbescherming Wanneer een document beschermd is, moet het wachtwoord ingevoerd worden om werkbladen te kunnen toevoegen of verwijderen. Individuele cellen worden niet beschermd door een document te beschermen. Kies het menu Hulpmiddelen Document beschermen.... Er verschijnt een dialoogvenster waarin u een wachtwoord kunt intypen. Bij Sterkte van wachtwoord: kunt u zien of uw wachtwoord veilig genoeg is. Hoe langer de indicator, hoe veiliger uw wachtwoord is. Het dialoogvenster "Document beschermen" Dat wachtwoord is nodig om de bescherming van het document op te heffen. Het dialoogvenster "Documentbescherming opheffen" Wanneer een document beschermd is, kunt u geen: Werkblad hernoemen Werkblad invoegen Werkblad verwijderen Werkblad verbergen Werkblad tonen Eigenschappen van een werkblad zien Cellen samenvoegen en losmaken Een werkblad beschermen Wanneer een werkblad beschermd is, betekent dit dat de inhoud van alle beschermde cellen en objecten in dat werkblad beschermd worden. Van cellen of celbereiken op een beschermd werkblad kan de bescherming opgeheven worden, zie het volgende gedeelte. Om een werkblad te beschermen kiest u het menu HulpmiddelenWerkblad beschermen.... Er verschijnt een dialoogvenster waarin u een wachtwoord kunt intypen. Bij Sterkte van wachtwoord: kunt u zien of uw wachtwoord veilig genoeg is. Hoe langer de indicator, hoe veiliger uw wachtwoord is. Dat wachtwoord is nodig om de bescherming van het werkblad op te heffen. Wanneer een werkblad beschermd is, kunt u geen: Object of grafiek invoegen Cellen opmaken Rijen of kolommen invoegen Inhoud van cellen bewerken en wijzigen Wijzigingen aan het werkblad maken Het beschermen van een werkblad kan vooral nuttig zijn om te voorkomen dat formules per ongeluk verwijderd worden. Cellen beschermen Alle cellen zijn standaard beschermd, maar de bescherming wordt pas actief wanneer de bescherming van het werkblad ingeschakeld wordt. Als u de standaardinstellingen aanhoudt, hoeft u alleen het werkblad te beschermen om alle cellen te beschermen. Als u alleen bepaalde cellen wilt beschermen moet deze standaardbescherming voor alle andere cellen uitgeschakeld worden. U zou het bijvoorbeeld mogelijk willen maken dat in de meeste cellen gegevens ingevoerd kunnen worden (hiervoor moet u de optie Beschermd uitschakelen), maar dat sommige cellen (zoals titels) niet gewijzigd kunnen worden. Er zijn drie stappen nodig om de bescherming voor slechts enkele cellen in te schakelen: de bescherming voor alle cellen opheffen; de cellen die wel beschermd moeten worden selecteren en beschermen; het werkblad beschermen. Om de bescherming van alle cellen op te heffen: Selecteer het gehele werkblad met de muis. Kies het menu Opmaak Celopmaak.... In het dialoogvenster klikt u op het tabblad Celbescherming. Schakel alles verbergen in en schakel Beschermd uit om de bescherming van alle cellen op te heffen. De cellen zijn nu allemaal onbeschermd. Om een aantal al dan niet aaneengesloten cellen te beschermen: Selecteer de cellen die u wilt beschernmen. Gebruik de &Ctrl;-toets om niet-aaneengesloten cellen te selecteren. Wanneer alle gewenste cellen geselecteerd zijn kiest u het menu Opmaak Celopmaak.... In het dialoogvenster klikt u op het tabblad Celbescherming. Schakel de bescherming in door het keuzevakje Beschermd te markeren en klik daarna op OK. Zodra de cellen gemarkeerd zijn om beschermd te worden, moet de bescherming voor het werkblad ingeschakeld worden om de bescherming voor de cellen te activeren. Kies het menu HulpmiddelenWerkblad beschermen.... Er verschijnt een dialoogvenster. Typ hier een veilig wachtwoord in, typ het nogmaals in bij "Verificatie" en klik daarna op OK. Beschermde cellen in een beschermd werkblad kunnen niet bewerkt worden zonder eerst de bescherming van het werkblad op te heffen. Andere wijzigingen aan het werkblad zijn ook niet mogelijk. Er kunnen bijvoorbeeld geen rijen of kolommen ingevoegd worden, de kolombreedte of rijhoogte kan niet gewijzigd worden en er kunnen geen grafieken ingevoegd worden. Formules verbergen In bepaalde gevallen wilt u misschien de formules op een werkblad verbergen, zodat anderen ze niet kunnen zien. Standaard is elke cel beschermd, maar niet verborgen. Het is van belang om te onthouden dat deze opties pas effectief worden als het werkblad zelf beschermd is. Een standaardcel met een formule Om de formule in een of meer cellen te verbergen selecteert u de cellen (houd &Ctrl; ingedrukt om niet aaneengesloten bereiken te selecteren) en kiest u het menu Opmaak Celopmaak.... Klik op het tabblad Celbescherming en schakel de optie Formule verbergen in. Nadat u het werkblad beschermd hebt, zijn de resultaten van de formules zichtbaar, maar de formules zelf niet. Nu moet het werkblad beschermd worden: kies het menu Hulpmiddelen Werkblad beschermen.... Typ een veilig wachtwoord in om te voorkomen dat anderen de bescherming van het werkblad kunnen opheffen. Wanneer Formule verbergen ingeschakeld en Beschermd uitgeschakeld is, wordt de formule verborgen als het werkblad beschermd is, maar de inhoud van de cel kan wel gewijzigd woren. Formule verbergen is ingeschakeld, de cel is niet beschermd, het werkblad is wel beschermd Wanneer Formule verbergen en Beschermd ingeschakeld zijn, wordt de formule verborgen als het werkblad beschermd is, en de inhoud van de cel kan niet gewijzigd woren. Formule verbergen en Beschermd zijn ingeschakeld bij Celbescherming en het werkblad is beschermd Vergeet niet dat het vrij eenvoudig is om het wachtwoord van een beschermd werkblad te kraken. Deze oplossing biedt dus geen garantie op complete beveiliging. Alle inhoud van een cel verbergen U kunt zowel de formule als de inhoud van de cel verbergen door Alles verbergen op het tabblad "Celbescherming" in te schakelen. (Menu Opmaak Celopmaak.... In de schermafdruk hieronder is de cel zelf niet beschermd (Beschermd is niet ingeschakeld), de inhoud van de cel kan dus gewijzigd worden. Alleen Alles verbergen is ingeschakeld (de cel is niet beschermd) en het werkblad is beschermd Hier is de cel zelf beschermd, zodat de inhoud niet gewijzigd kan worden. Alles verbergen en Beschermd zijn ingeschakeld en het werkblad is beschermd Overige functies De weergave splitsen Als een werkblad zo groot wordt dat het niet meer in één venster past, kunt u het venster van &kspread; in twee of meer weergaven splitsen. Kies BeeldWeergave splitsen om de huidige weergave in twee delen te splitsen. In het menu Beeld Splitser-oriëntatie kunt u kiezen of de weergave Horizontaal of Verticaal gesplitst wordt. Deze functie kan bijvoorbeeld nuttig zijn wanneer u een bereik wilt selecteren dat groter is dan de huidige weergave. Gebruik de schuifbalken on de cel linksboven en de cel rechtsonder van het bereik in de twee weergaven te zien, selecteer de cel linksboven in de ene weergave, houd de &Shift;-toets ingedrukt en selecteer de cel rechtsonder in de andere weergave door er met de linkermuisknop op te klikken. Als het document meerdere werkbladen bevat kunt u in elk van de weergaven een ander werkblad laten weergeven. De relatieve grootte van de weergaven kan gewijzigd worden door de balk tussen de weergaven te verslepen. Om een weergave te verwijderen kiest u Beeld Weergave verwijderen. Benoemde cellen en celbereiken U kunt een cel of een celbereik een naam geven, bijvoorbeeld inkomsten, door de cel of het celbereik te selecteren en daarna Bereiknaam... te kiezen in het menu dat verschijnt wanneer u met de rechtermuisknop klikt. In het dialoogvenster Bereiknaam kunt u een naam intypen. U kunt ook een cel of een bereik selecteren en de naam in het tekstvak dat de celverwijzing bevat, links op de formulebalk, intypen. Als u hier een naam intypt die al in gebruik is zal &kspread; de cursor naar die benoemde cel(len) verplaatsen. Het menu GegevensBereik tonen... opent een dialoogvenster met een lijst van bestaande bereiknamen. Selecteer een naam en &kspread; plaatst de cursor in het bereik als u op "OK" klikt. U kunt hier ook namen verwijderen. Benoemde cellen kunnen nuttig zijn als een alternatief voor absolute celverwijzingen omdat de namen gebruikt kunnen worden in plaats van de gewone celverwijzingen. De namen veranderen niet wanneer de cel die de formule bevat gekopieerd wordt. Wanneer een naam in een formule gebruikt wordt moet deze ingesloten worden in enkele aanhalingstekens. Als cel A1 bijvoorbeeld de naam hond heeft, kunt u een formule als ='hond' + 2 in een andere cel invoeren, die altijd 2 bij de waarde in cel A1 optelt, onafhankelijk waar de formulecel naartoe wordt gekopieerd. Onthoud dat celnamen en bereiknamen behandeld worden alsof ze alleen kleine letters bevatten. Celcommentaren Een cel kan een commentaar bevatten dat niet direct zichtbaar is, maar wel zichtbaar gemaakt kan worden. Commentaren worden niet afgedrukt. Om een commentaar aan een cel toe te voegen kies u Commentaar toevoegen/bewerken... in het menu dat verschijnt wanneer u met de rechtermuisknop op de cel klikt, of u kiest het menu Invoegen Celcommentaar en typt u de tekst in het dialoogvenster Celcommentaar. Om een commentaar te zien plaatst u de muiswijzer op de rechterbovenhoek van de cel. Het commentaar wordt in een tekstballon getoond. Als u het keuzevakje Commentaarindicator tonen in het dialoogvenster Werkbladeigenschappen markeert, worden de cellen die een commentaar bevatten geaccentueerd met een rood driehoekje in de rechterbovenhoek. Dit dialoogvenster kunt u openen door met de rechtermuisknop op de werbladtab onderin het venster te klikken en Werkbladeigenschappen in het menu te kiezen. U kunt het openen door OpmaakWerkblad in het menu te kiezen. Om een commentaar uit een cel te verwijderen kiest u Commentaar verwijderen in het menu dat verschijnt wanneer u met de rechtermuisknop op de cel klikt, of u kiest het menu Bewerken Wissen Commentaar.