MikeMcBrideNatalieKoningnat@switch.demon.nlVertalerTekens opmakentekstopmaaklettertypeopmaaktekst opmakenDit hoofdstuk behandelt de wijzigingen die aan individuele tekens of aan tekstblokken gemaakt kunnen worden, zoals:TekengrootteLettertypeTekenstijl (cursief, vet, &enz;)Onderstrepen, superscript, subscript, doorhalen, &enz;Tekenkleur en achtergrondkleurHoofdletters en kleine lettersDe opmaak van tekens wijzigentekstgrootte veranderentekstgrootte veranderentekstlettertype veranderenlettertype van tekst veranderentekstkleur veranderentekstkleur veranderentekstachtergrondkleur veranderenachtergrondkleur van tekst veranderentekstvetvette teksttekstcursiefcursieve teksttekstonderstreeptonderstreepte teksttekstdoorgehaalddoorgehaalde teksttekstsuperscripttekst in superscripttekstsubscripttekst in subscriptHet toetsenbord of de werkbalken gebruikenU kunt verscheidene sneltoetsen gebruiken om algemene wijzigingen aan de tekenopmaak te maken. Selecteer eerst de tekst en gebruik dan de sneltoetsen om de attributen in of uit te schakelen.U kunt ook de knoppen op de werkbalk Opmaak gebruiken om de attributen in en uit te schakelen. In de tabel hieronder staat een overzicht van de attributen, de knoppen op de werkbalk en de sneltoetsen.AttribuutKnop op de werkbalkSneltoetsenTekengrootteTekengrootte kleiner:Ctrl<Tekengrootte groter: Ctrl>Lettertype-Vet&Ctrl;BCursiefCtrlIOnderstrepenCtrlUDoorhalen-Superscript-Subscript-Tekenkleur-U kunt het lettertype en sommige (minder algemeen gebruikte) teksteffecten niet met sneltoetsen of met de knoppen op de werkbalk wijzigen, hiervoor moet u het dialoogvenster gebruiken.Het dialoogvenster gebruikenAls u veel wijzigingen wilt maken, kunt u ook het dialoogvenster gebruiken om deze attributen in te stellen.U kunt het dialoogvenster Lettertype selecteren op drie manieren openen:door OpmaakLettertype... op de menubalk te kiezendoor met de &RMB; op de geselecteerde tekst te klikken en Lettertype... in het contextmenu te kiezendoor de sneltoetsen &Alt;&Ctrl;F te gebruikenWelke methode u ook gebruikt, er verschijnt een dialoogvenster.In het dialoogvenster kunt u het lettertype, de tekengrootte, tekenstijlen (zoals cursief en vet) in de drie bovenste keuzelijsten instellen.Het voorbeeld in het midden van het tabblad laat zien hoe de lettertekens er met de huidige instellingen uitzien.U kunt de standaardtekst in het voorbeeld veranderen. Klik met de &LMB; op de tekst, de muiswijzer verandert in een tekstcursor. U kunt nu de tekst bewerken.De volgende keer dat het dialoogvenster geopend wordt, zal de standaardtekst weer teruggezet zijn.Als u op het tabblad Accentuering klikt, ziet u het volgende::In het gedeelte Onderstrepen: bevinden zich drie opties. In de eerste keuzelijst kunt u kiezen uit: Zonder, Enkelvoudig, Enkelvoudig vet, Dubbel en Golf. In de tweede keuzelijst kunt u de stijl van de onderstreping kiezen: doorlopende lijn, stippellijn, &enz;Klik op het gekleurde vakje rechts om de kleur van de onderstreping te veranderen. U kunt een kleur kiezen in het dialoogvenster Kleur selecteren. In het gedeelte Doorhalen: bevinden zich twee keuzelijsten. In de eerst keuzelijst kunt u kiezen uit: Zonder, Enkelvoudig, Enkelvoudig vet en Dubbel. In de tweede keuzelijst kunt u de lijnstijl kiezen.Als het keuzevakje Woord voor woord gemarkeerd is, zullen alleen de woorden onderstreept of doorgehaald worden. Als het keuzevakje niet gemarkeerd is worden ook de spaties tussen de woorden onderstreept of doorgehaald.In het gedeelte Hoofdlettergebruik kunt u uit vier opties kiezen. De gekozen optie wordt op de geselecteerde tekst toegepast. Hieronder ziet u voorbeelden van deze vier opties.De wijzigingen worden alleen op de geselecteerde tekst toegepast. Deze opmaak geldt niet voor het gehele document.Op het tabblad Decoratie kunt u de tekstkleur en de achtergrondkleur wijzigen en tekens van schaduwen voorzien. Klik op het tabblad:Klik op de gekleurde balken bij Tekstkleur: en Achtergrondkleur: om de kleur van de tekst of de achtergrond te wijzigen.Klik op de gekleurde balk Kleur: om de kleur van de schaduw te veranderen. U kunt de afstand tussen de schaduw en de oorspronkelijke tekst wijzigen door een andere waarde bij Schaduw & Afstand: in te vullen. Klik op één van de acht knoppen om de richting waarin de schaduw valt in te stellen. Onderin het dialoogvenster kunt u een voorbeeld van de tekst zien.Op het tabblad Opmaak kunt u de tekens in superscript en subscript zetten. Hier kunt u ook automatische woordafbreking instellen.In het gedeelte Positie bevinden zich vier radioknoppen en twee sets schuifpijlen. Als u de optie Normaal inschakelt, wordt tekst in normale hoogte en op de normale verticale positie geplaatst. Als u Superscript of Subscript inschakelt, wordt de tekst hoger of lager geplaatst. Als u Aangepast inschakelt, kunt u de schuifpijlen Offset: gebruiken om de positie ten opzichte van normale tekst te wijzigen. Hieronder ziet u een voorbeeld:Hier kunt u zien dat een positieve offsetwaarde de tekst hoger plaatst, een negatieve offsetwaarde plaatst de tekst lager.U kunt de schuifpijlen Relatieve grootte: gebruiken om de geselecteerde tekst groter of kleiner te maken.U kunt het keuzevakje Automatische woordafbreking gebruiken om dit voor de geselecteerde tekst in of uit te schakelen.Klik op het tabblad Taal om de taal voor de geselecteerde tekst in te stellen.U kunt de taal voor de geselecteerde tekst in de keuzelijst kiezen. Als het keuzevakje Automatische woordafbreking gemarkeerd is, zal &kword; de algemene spellingregels gebruiken om woorden automatisch af te breken.Klik op OK om de wijzigingen in het document op te slaan en het dialoogvenster te sluiten.Klik op Toepassen om de wijzigingen in het document op te slaan en het dialoogvenster open te houden.Klik op Beginwaarde om de standaardinstellingen voor de geselecteerde tekst terug te zetten.Klik op Annuleren om de wijzigingen te negeren.HoofdlettergebruiktekstGebruik van hoofd- en kleine letters wijzigen gebruik van hoofd- en kleine letters in tekst wijzigen &kword; kan ook in grote tekstblokken het gebruik van hoofdletters en kleine letters veranderen. Selecteer de tekst die gewijzigd moet worden. Kies dan HulpmiddelenGebruik van hoofd-/kleine letters wijzigen... op de menubalk.Er verschijnt een klein dialoogvenster met vijf opties:HoofdletterAlle tekens worden in hoofdletters omgezet.Voorbeeld: KWORD ZET DE GEHELE ZIN IN HOOFDLETTERS.kleine letterAlle tekens worden in kleine letters omgezet.Voorbeeld: kword zet de gehele zin in kleine letters.Hoofdletters voor titelElk woord begint met een hoofdletter.Voorbeeld: Kword Laat Elk Woord Met Een Hoofdletter Beginnen.Gebruik hoofd-/kleine letters omwisselenAlle kleine letters worden veranderd in hoofdletters en alle hoofdletters worden veranderd in kleine letters.Gebruik hoofd-/kleine letters in zinHet eerste teken na elke punt wordt veranderd in een hoofdletter.Klik op OK als u de gewenste opties ingeschakeld hebt. &kword; zal de wijzigingen toepassen.