Mike McBride Natalie Koning

nat@switch.demon.nl

Vertaler &kword;opties &kword; instellen In dit hoofdstuk van het handboek wordt uitgelegd hoe u &kword; aan uw eigen voorkeuren en werkmethode kunt aanpassen. &kword; kan op drie manieren worden aangepast; Sneltoetsen instellen Werkbalken instellen Diverse opties sneltoetsen instellen snelkoppelingen toetsenbordwijzigen sneltoetsen instellen sneltoetsenwijzigen Om de sneltoetsen in te stellen kiest u Instellingen Sneltoetsen instellen... op de menubalk. Er verschijnt een dialoogvenster. Alle beschikbare acties staan in de keuzelijst Actie. Gebruik de schuifbalk om de actie te vinden die u wilt bewerken, selecteer die actie door er één keer met de &LMB; op te klikken. In het onderste gedeelte van het dialoogvenster kunt u de sneltoetsen wijzigen. Geen Als deze optie ingeschakeld is, zijn er geen sneltoetsen voor de geselecteerde actie ingesteld. Standaard Als deze optie ingeschakeld is, zijn de standaardsneltoetsen voor deze actie ingesteld. De standaardtoetsen worden bij elke actie onderin het dialoogvenster vermeld. Aangepast Als deze optie ingeschakeld is, kunt u elke willekeurige combinatie van toetsen kiezen als sneltoetsen voor deze actie. U kunt de sneltoetsen wijzigen door op de knop met de huidige sneltoetsen te klikken. Er verschijnt een tweede dialoogvenster: In dit dialoogvenster kunt u twee verschillende combinaties voor de geselecteerde actie instellen: Hoofdsneltoets: en Alternatieve sneltoets:. Om te beginnen beslist u of de sneltoeten de Hoofdsneltoets of de Alternatieve sneltoets wordt door één van beide opties in te schakelen. Klik op om de huidige sneltoetsen uit het tekstvakje te verwijderen. Druk nu op de nieuwe combinatie (of een enkele toets) op het toetsenbord. &kword; zal deze nieuwe combinatie als sneltoetsen gebruiken. Het dialoogvenster wordt automatisch gesloten. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan. Klik op Annuleren om te wijzigingen te negeren. Multi-toetsen kunnen gebruikt worden als er geen enkelvoudige combinaties meer beschikbaar zijn. Multi-toetsen worden op dezelfde manier ingesteld als enkelvoudige sneltoetsen, u moet echter het keuzevakje Multi-toetsen markeren voordat u de toetsen op het toetsenbord typt. U kunt nu verscheidene toetsen indrukken voor de nieuwe sneltoetsen. Het is belangrijk om te begrijpen dat combinaties van toetsen (zoals &Alt;&Shift;F) als een enkele toetsaanslag geldt, omdat alle toetsen tegelijkertijd ingedrukt worden. Een combinatie van multi-toetsen is bijvoorbeeld: u drukt eerst op &Alt;X, u laat de toetsen los en drukt daarna op W. De toetsen worden in dit geval niet allemaal tegelijkertijd ingedrukt. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan. Klik op Annuleren om te wijzigingen te negeren. werkbalken instellen Om de werkbalken in &kword; in te stellen kiest u InstellingenWerkbalken instellen... op de menubalk. Er verschijnt een dialoogvenster. U kunt zoveel knoppen aan werkbalken toevoegen of van werkbalken verwijderen als u wilt. U kunt ook de volgorde van de knoppen op de werkbalk wijzigen. Om een knop aan een werkbalk toe te voegen verplaatst u het item van de lijst Beschikbare acties: naar de lijst Huidige acties:. Kies eerst de werkbalk waar u een knop aan wilt toevoegen in de keuzelijst Werkbalk:. Selecteer dan de actie die u wilt toevoegen in de lijst Beschikbare acties: door er één keer met de linkermuisknop op te klikken. Klik op de blauwe knop met de pijl naar rechts. Klik op de knop Toepassen om de werkbalk te wijzigen, klik op OK om de werkbalk te wijzigen en het dialoogvenster te sluiten. Om een knop van een werkbalk te verwijderen verplaatst u het item van de lijst Huidige acties: naar de lijst Beschikbare acties:. Kies eerst de werkbalk waar u een knop van wilt verwijderen in de keuzelijst Werkbalk:. Selecteer de knop die u wilt verwijderen in de lijst Huidige acties:. Klik op de blauwe knop met de pijl naar links. Klik op de knop Toepassen om de werkbalk te wijzigen, klik op OK om de werkbalk te wijzigen en het dialoogvenster te sluiten. Selecteer eerst de werkbalk waar u een knop op wilt verplaatsen in de keuzelijst Werkbalk:. Om een knop te verplaatsen klikt u er op met de linkermuisknop Klik daarna op de knop met de pijl omhoog of omlaag om de knop op de werkbalk te verplaatsen. Klik op de knop Toepassen om de werkbalk te wijzigen, klik op OK om de werkbalk te wijzigen en het dialoogvenster te sluiten. &kword;opties Om opties voor de spelling en de gebruikersinterface te wijzigen kiest u Instellingen &kword; instellen... op de menubalk. Er verschijnt een dialoogvenster. Klik op Uiterlijk om een van de volgende instellingen te wijzigen. Eenheden: Selecteer de gewenste maateenheid. &kword; gebruikt overal dezelfde eenheden. Meer informatie kunt u vinden bij Linialen gebruiken. Statusbalk tonen Als het keuzevakje gemarkeerd is, is de statusbalk in &kword; zichtbaar. Meer informatie kunt u vinden bij Het venster van &kword;. Schuifbalk tonen Als het keuzevakje gemarkeerd is, is de schuifbalk in &kword; zichtbaar. Meer informatie kunt u vinden bij Het venster van &kword;. PageUp/PageDown verplaatst de tekstcursor Als het keuzevakje gemarkeerd is, wordt de tekstcursor een pagina omhoog of omlaag verplaatst wanneer u op de toetsen PageUp of PageDown drukt. Als het keuzevakje niet gemarkeerd is, verandert de cursor niet van plaats. Aantal recente bestanden: Hier stelt u het maximum aantal bestanden in dat bij het commando Bestand Recent geopend in de lijst vermeld wordt. U kunt een waarde tussen 1 en 20 instellen. Grootte horizontaal raster: Bepaalt de horizontale afstand tussen de punten in het raster. Frames worden op de pagina op een rasterpunt geplaatst, zodat alle frames op dezelfde afstand uitgelijnd worden. Het document ziet er daardoor overzichtelijker en professioneler uit. U kunt de rastergrootte vergroten of verkleinen. Grootte verticaal raster: Bepaalt de verticale afstand tussen de punten in het raster. Frames worden op de pagina op een rasterpunt geplaatst, zodat alle frames op dezelfde afstand uitgelijnd worden. Het document ziet er daardoor overzichtelijker en professioneler uit. U kunt de rastergrootte vergroten of verkleinen. Alinea-inspringing door werkbalkknoppen: Deze waarde bepaalt de afstand waarmee de inspringing van de alinea vergroot wordt wanneer u op de knop () klikt, of verkleind wordt wanneer u op de knop () klikt. Aantal pagina's per rij in voorbeeldmodus: Deze waarde bepaalt het aantal pagina's per rij in de voorbeeldmodus. Hoe meer pagina's per rij, hoe kleiner de pagina's afgebeeld zullen worden. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan. Als u op Annuleren klikt, zullen alle wijzigingen verloren gaan. Als u op de knop Standaard klikt, worden alle standaardinstellingen teruggezet. Standaard kolomspatiëring Hier kunt u de standaardspatiëring tussen kolommen instellen. Meer informatie kunt u vinden bij Kolommen. Standaard lettertype: Klik op de knop Kiezen... om een dialoogvenster te openen waarin u een lettertype kunt selecteren. &kword; gebruikt dit lettertype zolang u niets aan de tekenopmaak verandert. U kunt elke tekst weer met deze standaard opmaken door Opmaak Standaardopmaak op de menubalk te kiezen. Globale taal: Kies de taal die standaard voor het document gebruikt wordt. Deze instelling wordt gebruikt voor spellingcontrole en woordafbreking. Automatische woordafbreking Als dit keuzevakje gemarkeerd is, breekt &kword; automatisch lange woorden af bij tekstomloop in tekstframes. Automatisch opslaan elke (min): Hier kunt u instellen hoe vaak &kword; een tijdelijk bestand zal opslaan. Als u hier Geen automatische opslag invult, slaat &kword; bestanden niet automatisch op. U kunt de waarde instellen tussen 1 en 60 minuten. Reservekopie aanmaken Als u dit keuzevakje markeert, maakt &kword; automatisch een reservekopie zodra u een document opslaat. Beginpaginanummer: Hier kunt u het eerste paginanummer instellen. Meer informatie kunt u vinden bij Paginanummering. Dit kan nuttig zijn wanneer u een groot document in verscheidene kleinere bestanden opgesplitst hebt. Tabstop: Elk &kword;-document heeft standaard-tabstops. Als u tabstops toevoegt, krijgen de nieuwe tabstops prioriteit over de tabstops die als standaard ingesteld zijn. Hier kunt u de afstand tussen de standaard-tabstops instellen. Als u de waarde bijvoorbeeld op 1,5 instelt, en de maateenheid is centimeters, komt de eerste tabstop 1,5 cm vanaf de linkermarge van het tekstframe. De volgende tabstop komt dan op 3 cm vanaf de linkermarge, &enz; Cursor in beschermd gebied Als dit keuzevakje gemarkeerd is, kunt u de tekstcursor in een beschermd frame plaatsen. Als het keuzevakje niet gemarkeerd is, kunt u wel in dat frame klikken, maar er verschijnt geen tekstcursor. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan. Als u op Annuleren klikt, zullen alle wijzigingen verloren gaan. Als u op de knop Standaard klikt, worden alle standaardinstellingen teruggezet. Klik op Spellingcontrole om de opties in te stellen. U kunt de volgende opties instellen: Standaardtaal: Deze optie wordt door de spellingcontrole gebruikt om het juiste woordenboek te selecteren. Autospellingcontrole Als dit keuzevakje gemarkeerd is, controleert &kword; de spelling terwijl u typt. Woorden die &kword; niet herkent, worden met rood onderstreept. Woorden in HOOFDLETTERS overslaan Als dit keuzevakje gemarkeerd is, controleert &kword; de spelling van woorden die geheel uit hoofdletters bestaan niet. Deze optie kan nuttig zijn als een document veel acroniemen bevat. Als het keuzevakje niet gemarkeerd is, worden de meeste acroniemen als foutief aangegeven. Door deze optie in te schakelen, markeert &kword; acroniemen niet als foutief gespelde woorden. Aaneengeschreven woorden overslaan Als deze optie niet ingeschakeld is, markeert &kword; aaneengeschreven woorden als foutief gespeld. Als dit keuzevakje gemarkeerdeerd is, worden deze woorden bij de spellingcontrole genegeerd. Voorbeelden van zulke woorden zijn overlangs en onderdoor. Vaak bestaan website- en e-mailadressen ook uit woorden die aaneengeschreven zijn. Als u deze optie uitgeschakeld laat, zal &kword; deze adressen niet markeren als spelfouten. In deze lijst kunt u woorden invullen die bij de spellingcontrole genegeerd moeten worden. Dit kunnen bijvoorbeeld eigennamen of vaktermen zijn. Om een woord toe te voegen typt u het woord in het tekstvak onder Negeer de volgende woorden. Klik daarna op de knop Toevoegen. Om een woord uit de lijst te verwijderen klikt u erop met de &LMB; om het te selecteren. Klik daarna op de knop Verwijderen. Om een woord in de lijst te verplaatsen klikt u erop met de &LMB; om het te selecteren. Klik daarna op de knop Omhoog of Omlaag. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan. Als u op Annuleren klikt, zullen alle wijzigingen verloren gaan. Als u op de knop Standaard klikt, worden alle standaardinstellingen teruggezet. Hier kunt u de opmaak van formules in &kword; instellen. Meer informatie kunt u vinden in het hoofdstuk over formules. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan. Als u op Annuleren klikt, zullen alle wijzigingen verloren gaan. Als u op de knop Standaard klikt, worden alle standaardinstellingen teruggezet. Ongedaan maken/Opnieuw-limiet: Vul hier in hoeveel acties &kword; moet onthouden. U kunt ook de schuifpijlen of de schuifregelaar gebruiken. Koppelingen tonen Als dit keuzevakje gemark is, worden koppelingen in het document getoond. Als het keuzevakje niet gemarkeerd is, worden koppelingen verborgen. Meer informatie kunt u vinden in Koppelingen in documenten. Alle koppelingen onderstrepen Als dit keuzevakje gemarkeerd is, onderstreept &kword; de koppelingen. Meer informatie kunt u vinden in Koppelingen in documenten. Commentaren tonen Als dit keuzevakje gemarkeerd is, worden commentaren in &kword; zichtbaar. Meer informatie kunt u vinden in Commentaren in documenten. Veldcode tonen Als dit keuzevakje gemarkeerd is, toont &kword; de variabelenaam van documentvariabelen, en niet de inhoud of waarde van de variabelen. Als het keuzevakje niet gemarkeerd is, toont &kword; de inhoud van de variabelen. Deze optie heeft geen invloed op het afgedrukte document. De inhoud van de variabelen worden altijd afgedrukt, ook als het keuzevakje gemarkeerd is. U kunt de vier keuzevakjes gebruiken om te bepalen welke niet-afdrukbare tekens getoond worden wanneer u niet-afdrukbare tekens tonen hebt ingeschakeld. Alinea-einden tonen Schakelt de weergave van alinea-einden in en uit. Spaties tonen Schakelt de weergave van spaties in en uit. Tabstops tonen Schakelt de weergave van tabstops in en uit. Framescheidingen tonen Schakelt de weergave van framescheidingen in en uit. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan. Als u op Annuleren klikt, zullen alle wijzigingen verloren gaan. Als u op de knop Standaard klikt, worden alle standaardinstellingen teruggezet. In dit dialoogvenster kunt u het Reservekopie-pad en de map instellen waar uw Persoonlijke uitdrukkingen in &kword; worden opgeslagen. In het gedeelte Tekst-naar-spraak in het hoofdstuk over toegankelijk kunt u meer informatie vinden.