<para>Versie 3.2 van &quantaplus; bevat veel nieuwe &XML;-hulpmiddelen en -mogelijkheden. Deze hulpmiddelen zijn op een unieke manier geïntegreerd met &quantaplus;. Al deze hulpmiddelen gebruiken <application>Kommander</application> als frontend en <application>libxml2</application> en <application>libxslt</application> als backends. Deze combinatie zorgt voor snelle, efficiënte, productieve en complete hulpmiddelen. </para>
<para>&quantaplus; ondersteunt de twee belangrijkste documentatiehulpmiddelen van &kde;: <command>meinproc</command> en <command>checkXML</command>. </para>
<para>Iedereen die een keer met &kde;-documentatie gewerkt heeft, kent <command>meinproc</command> en weet hoe goed dit programma is. Het gebruik hiervan wordt met een grafische interface nog gemakkelijker! U hoeft niet langer een shell te gebruiken; klik op het processor-pictogram en u bent klaar! </para>
<para>Deze toepassing verwacht een bestand <filename>index.docbook</filename> in een map. Als <filename>index.docbook</filename> zich in de huidige werkmap bevindt, kunt u <guilabel>Huidige werkmap</guilabel> ingeschakeld laten. Als het zich daar niet bevindt, schakel dan<guilabel>Huidige werkmap</guilabel> uit, en vul bij <guilabel>Andere werkmap</guilabel> de map in die u wilt gebruiken. </para>
<para>Uitvoerbestanden worden in dezelfde map geplaatst als de bronbestanden. Elke keer dat <command>meinproc</command> uitgevoerd wordt, worden alle &HTML;-bestanden verwijderd. </para>
<para>Iedereen die een keer met &kde;-documentatie heeft gewerkt, kent deze nuttige toepassing. &quantaplus; biedt hier een goede grafische frontend voor. </para>
<para>Als <filename>index.docbook</filename> het huidig geopende bestand is, laat dan <guilabel>Huidige werkmap</guilabel> ingeschakeld. Als dit niet het geval is, schakel dan<guilabel>Huidige werkmap</guilabel> uit en voer de map in waar <filename>index.docbook</filename> gevonden kan worden. </para>
<para>Als het te valideren bestand op het moment actief is in &quantaplus;, laat dan <guilabel>Huidig bestand</guilabel> ingeschakeld. Als dat niet het geval is, schakel dan <guilabel>Huidig bestand</guilabel> uit en kies het te valideren bestand bij Ander bestand. </para>
<para>Als u een &DTD; gebruikt die gespecificeerd is binnen het &XML;-bestand, kies dan &DTD; (intern) (standaard), kies anders &DTD; (extern) en geef de plaats van de &DTD; aan bij Definitie-&URI;-adres. Zowel&W3C; &XML; Schema en RelaxNG-validatie moeten extern gedefinieerd zijn bij <guilabel>Definitie-&URI;-adres</guilabel>. </para>
<para>&quantaplus; heeft ook een hulpmiddel voor &XSL;-verwerking! Hierbij wordt het <command>xsltproc</command>-hulpmiddel gebruikt dat meegeleverd wordt met <application>libxml2</application>. </para>
<para>Als het te verwerken bestand op het moment actief is in &quantaplus;, laat dan <guilabel>Huidig bestand</guilabel> ingeschakeld. Als dat niet het geval is, schakel dan <guilabel>Huidig bestand</guilabel> uit en kies het te verwerken bestand bij <guilabel>Ander bestand</guilabel>. </para>
<para>&quantaplus; kan gebruik maken van KParts. Het KPart-raamwerk is een zeer krachtig raamwerk van &kde;. Een KPart is een relatief klein, herbruikbaar deel met een bepaalde functionaliteit. Het biedt &kde;-ontwikkelaars de mogelijkheid om eenvoudig gebruik te maken van het werk van andere programmeurs.&quantaplus; is hier zelf een voorbeeld van. &quantaplus; gebruikt het &kate;-KPart voor het bewerken van de tekst. Het &kate;-KPart bevatte reeds veel functies die voor &quantaplus; nodig waren, zoals accentuering. Het samenvoegen hiervan in &quantaplus; zorgde ervoor dat de &quantaplus;-ontwikkelaars zich konden toeleggen op wat &quantaplus; moest kunnen, in plaats op het oplossen van de vele problemen die zouden optreden als er een volledig nieuwe tekstverwerker-KPart geschreven had moeten worden. </para>
<para>&quantaplus; kan KParts laden die niet per se voor &quantaplus; zelf benodigd zijn. Dat maakt &quantaplus; erg flexibel, want u kunt gebruik maken van extra functionaliteit en hoeft niet te wachten tot iemand het in &quantaplus; integreert. De KParts kunnen in een aantal &GUI;-elementen geladen worden. </para>
<para>U installeert een plugin (KPart) via het menu <menuchoice> <guimenu>Plugins</guimenu> <guimenuitem>Bewerken</guimenuitem> </menuchoice>. Het volgende dialoogvenster verschijnt dan: </para>
<para>In dit dialoogvenster kunt u alle reeds gedefinieerde plugins beheren en nieuwe toevoegen. Elk &GUI;-element wordt hieronder beschreven: <variablelist>
<para>Hier kunt u een zoekpad invullen. Als u een plugin zonder een <guilabel>Locatie</guilabel> toevoegt, zal &quantaplus; deze paden doorzoeken om de plugin te vinden. </para>
<para>Vaak werken er meer dan één mensen aan een project en bestaat er een soort hiërarchische relatie tussen hen. &quantaplus; ondersteunt het begrip van teamleden en deze zijn instelbaar in het dialoogvenster <menuchoice> <shortcut> <keycombo action="simul">&Shift;<keycap>F7</keycap></keycombo> </shortcut> <guimenu>Project</guimenu> <guimenuitem>Projecteigenschappen</guimenuitem> </menuchoice>. </para>
<para><guilabel>Taak</guilabel> is een beschrijving van de taak die aan dit lid is toegewezen.</para>
<para><guilabel>Subproject</guilabel>: u kunt een lijst van subprojecten selecteren. Subprojecten kunnen worden ingesteld en aangemaakt met de knop <guilabel>Subprojecten bewerken</guilabel>. Elk subproject heeft een voor de gebruiker zichtbare naam en een locatie-item, dit laatste specificeert een relatief pad naar een map onder de projectboom. Dit betekent dat een subproject een map onder uw hoofdproject is. Het hoofdproject kan bijvoorbeeld de website van uw bedrijf zijn, terwijl een subproject de website voor het intranet kan zijn, die zich in de map <filename path="intranet">intranet</filename> in het project bevindt.</para>
<para>Een lid kan meer dan één rol hebben in het project, bijvoorbeeld zowel teamleider en subprojectleider.</para>
<para>Afgezien van het kunnen bijhouden van uw team, is er nog een voordeel aan het instellen van teamleden: u kunt een gebeurtenis instellen die de teamleiders informeert als er een bepaalde actie plaatsvindt. Zie <xref linkend="event-actions"/> voor hoe u dat doet.</para>
<para>Gebeurtenisacties zijn acties die worden uitgevoerd als er een gebeurtenis plaatsvindt in het project. Een voorbeeld is bijhouden wanneer het project geopend en gesloten is, zodat later bekeken kan worden hoe lang men eraan gewerkt heeft, of een e-mailbericht sturen als een bestand is opgeslagen, of het bestand aan CVS toevoegen met hulp van een script als het bestand aan het project is toegevoegd, en de lijst kan doorgaan.</para>
<para>Op de pagina <guilabel>Gebeurtenissen instellen</guilabel> van het dialoogvenster <menuchoice> <shortcut> <keycombo action="simul">&Shift;<keycap>F7</keycap></keycombo> </shortcut> <guimenu>Project</guimenu> <guimenuitem>Projecteigenschappen</guimenuitem> </menuchoice> kunt u gebeurtenisacties aanmaken, bewerken en verwijderen. </para>
<listitem><para>de actie wordt uitgevoerd als de uit de lijst geselecteerde gebeurtenis plaatsvindt. De gebeurtenisnamen zijn zelfverklarend.</para></listitem>
<listitem><para>een e-mail wordt als de actie optreedt verstuurd naar de ontvanger die gekozen is in de lijst <guilabel>Ontvanger</guilabel>. De ontvanger kan een team- of subprojectleider zijn. Zie <xref linkend="team-members"/> voor het definiëren van zulke leiders. </para>