<para>&kde; beschikt over twee krachtige servers: de Lan Information Server (<application>LISa</application>) en Restricted Lan Information Server (<application>resLISa</application>) die gebruikt worden om CIFS en andere servers op uw lokale netwerk te identificeren, deze bieden een functie die op <quote>Network Neighbourhood</quote> in &Microsoft; &Windows; lijkt.</para>
<para>&lisa; is alleen afhankelijk van de TCP/IP-stack, samba-configuratie is niet vereist om het te laten werken, maar het pakket <ulink url="http://www.samba.org">samba</ulink> is een "dependency" (het moet wel geïnstalleerd zijn). Om hosts op uw lokale netwerk te vinden, voert u een bereik van IP-adressen aan uw configuratiebestand toe, die door &lisa; gecheckt worden. Wanneer u de &lisa;-daemon start, zal het een <ulink url="http://www.ietf.org/rfc/rfc792.txt">ICMP</ulink> naar alle IP adressen in het configuratiebestand sturen en op antwoord wachten.</para>
<note><para>De &lisa;-daemon vereist root-rechten om de socket te openen, maar zodra een socket ingesteld is, vervallen de root-rechten onmiddellijk.</para></note>
<para>U kunt &lisa; ook uitvoeren door het commando <command>nmblookup<option>"*"</option></command> te gebruiken. <note><para>Als u niet over het programma <command>nmblookup</command> beschikt, kunt u het op <ulink url="http://www.samba.org">http://www.samba.org</ulink> vinden of in pakketten die door uw distributie geleverd worden</para></note>. Het samba-commando <command>nmblookup <option>"*"</option></command> zal een bericht naar het aangesloten netwerk sturen en elke host die smb-services draait, zal een antwoord sturen dat het de verbinding accepteert.</para>
<para>Als uw (bedrijfs)netwerk strenge richtlijnen heeft, die bepalen welke poorten wel of niet geopend kunnen worden, moet u &reslisa; gebruiken om met andere hosts op uw netwerk te communiceren. Omdat &reslisa; niet in staat is een geheel netwerk of een adressenbereik te pingen, moet u elke host aan het configuratiebestand toevoegen. Op het moment kunt u tot 64 hosts toevoegen, deze adressen kunnen gepingd worden.</para>
<note><para>&reslisa; levert alleen de informatie over een &UNIX; domain-socket, dus niet over het netwerk. De naam van de socket is <filename>/tmp/resLISa-<replaceable>uwnaam</replaceable></filename>, zodat &reslisa; veilig door meer dan één gebruiker op dezelfde computer gedraaid kan worden.</para></note>
<para>Bij het opstarten leest &lisa; eerst het configuratiebestand in de persoonlijke map van de gebruiker: <filename>$<envar>HOME</envar>/.lisarc</filename>. Als dit bestand niet bestaat, zoekt &lisa; een configuratiebestand dat geldig is voor het gehele systeem: <filename>/etc/lisarc</filename>. Hier is een voorbeeld van een configuratiebestand:</para>
<para>&lisa; kan ook met een grafische methode ingesteld worden bij <menuchoice><guimenuitem>&kcontrolcenter;</guimenuitem> <guisubmenu>Internet & network</guisubmenu><guimenuitem>Lokaal netwerk</guimenuitem> </menuchoice> in het &kmenu;. Om deze optie te kunnen gebruiken, moet &lisa; opgestart worden met de commandoregeloptie <option>-K</option>.</para>
<listitem><para>Kijk voor een complete lijst commandoregelopties en meer voorbeelden in het handboek van &lisa;. Typ <userinput>help:/lisa</userinput> in de locatiebalk in &konqueror;.</para>