<para>De &quantaplus; projectassistent (<menuchoice><guimenu>Project</guimenu> <guimenuitem>Nieuw project...</guimenuitem></menuchoice>) maakt het aanmaken van projecten eenvoudig. </para>
<para>De velden zijn redelijk zelfverklarend. U kunt ze het handigste van boven naar onder invullen. Het invullen van een projectnaam zorgt ervoor dat de mapstructuur voor de rest van het project automatisch ingevuld wordt. Alle paden en auteursinformatie kunnen later ingesteld worden met <menuchoice> <shortcut> <keycombo action="simul">&Shift;<keycap>F7</keycap></keycombo> </shortcut> <guimenu>Project</guimenu> <guimenuitem> Projecteigenschappen</guimenuitem></menuchoice>. </para>
<para>Hier vult u de naam van uw project in. We nemen hier als voorbeeld <quote><literal>foo</literal></quote>. Wanneer u <guilabel>Naam</guilabel> invult, wordt <guilabel>Bestand</guilabel> automatisch ingevuld. </para>
<para>Dit is de naam van uw &quantaplus;-projectbestand. Normaal gesproken is dit de naam van uw project, in kleine letters en zonder spaties. Verder wordt de extensie <literal role="extension">webprj</literal> aan de naam toegevoegd (⪚ <filename>foo.webprj</filename>). Dit bestand wordt opgeslagen in de hoofdmap van uw project. </para>
<para>Hier kiest u het protocol dat u gebruikt om uw project te benaderen. Als uw project zich op dezelfde machine bevindt als waar u Quanta Plus gebruikt, laat u de instelling op Lokaal staan. De lijst van protocollen is afhankelijk van hoe uw systeem ingesteld is, maar beschikbaar zijn onder andere SSH, FTP, NFS, SMB en WebDAV. De lijst wordt ingevuld door &kde;'s krachtige KIOSlave-architectuur. Dit werkraam biedt elke &kde;-toepassing eenvoudig toegang tot externe informatie als ware die opgeslagen op de lokale machine. </para>
<para>Hier vult u het adres in van de machine die u wilt benaderen, tenzij u met het protocol Lokaal werkt. Hier kan een hostnaam (host.voorbeeld.com) of een IP-adres (127.0.0.1) ingevuld worden. </para>
<para>Dit is de map waarin de sjablonen voor dit project worden opgeslagen. Dit is een relatief pad ten opzichte van het project en standaard wijst dit naar <filename class="directory">templates</filename>. Als u een gemeenschappelijke verzameling bestanden hebt die u voor meerdere projecten gebruikt, kan het nuttig zijn om dit veld daarnaartoe te laten wijzen, in plaats van naar de standaard. </para>
<para>Dit is de map waarin de werkbalken voor dit project worden opgeslagen. Dit is een relatief pad ten opzichte van het project en wijst standaard naar <filename>toolbars</filename>. Als u een standaardset werkbalken heeft die u voor een aantal projecten gebruikt, is het wellicht handig om dit veld daarheen te laten verwijzen in plaats van naar de standaard. </para>
<para>Deze optie is nuttig als u statische webgegevens heeft die u wilt downloaden en aanpassen. Voor server-side scripting (⪚ &PHP;, Python, &etc;) zult u de bestanden op een andere manier moeten verkrijgen. </para>
<para>Schakel dit veld in als u bestanden wilt invoegen die zich in de hoofdmap van uw project bevinden. Laat dit uitgeschakeld als u uw project vanaf de grond wilt opbouwen. </para>
<para>Dit geeft een lijst met bestanden in de projecthoofdmap weer. U kunt de gewenste bestanden kiezen die u wilt invoegen door deze te selecteren. Deselecteer een bestand om het niet in uw project in te voegen. </para>
<para>Hiermee kunt u een prefix voor uw voorbeeldweergaven gebruiken. U kunt een andere map dan een op uw lokale bestandssysteem invoeren. Hiermee kunt u pagina's met dynamische inhoud die door een server verwerkt moeten worden (&PHP;, <acronym>JSS</acronym>, Python &etc;) handig bewerken. Voer het eerste deel van het adres zoals dat op de server gebruikt wordt in, en het laatste deel van het bestandspad wordt aangevuld door &quantaplus;. Bijvoorbeeld: als u het domein <literal>foo.bar.com</literal> heeft, en u het bestand <filename>index.html</filename> aan het bewerken bent, kunt u dit op de externe machine (<systemitem>foo.bar.com</systemitem>) bewerken, uploaden naar de server en <keycap>F6</keycap> drukken om de resultaten op <systemitem>www.bar.com</systemitem> te zien in plaats van die op uw lokale bestandssysteem. </para>
<para>Het laatste scherm van de projectassistent bevat 3 instellingen die uw leven gemakkelijker kunnen maken. Deze instellingen kunt u wijzigen via de menuboomstructuur <menuchoice><guimenu>Project</guimenu> <guimenuitem>Projecteigenschappen</guimenuitem></menuchoice> op de tab Profielen uploaden of met de sneltoets <keycombo action="simul"> &Shift;<keycap>F7</keycap></keycombo>. </para>
<para>Sommige items zijn hetzelfde als in de projectassistent en worden beschreven in <xref linkend="create-new-project-3-2"/>. De extra items worden hieronder beschreven. <variablelist>
<para>Een lijst bestanden (jokertekens kunnen gebruikt worden) die genegeerd moeten worden als u project-gerelateerde operaties doet als <guimenuitem>Projectmap opnieuw inlezen</guimenuitem>. </para>
<para>De projectweergave die geladen wordt als het project geopend wordt. U kunt meer over projectweergaven lezen in <xref linkend="project-views-3-2"/>. </para>
<para>Kies de debugger die u wilt gebruiken. Op het moment wordt alleen Gubed ondersteund. U kunt meer informatie over Gubed vinden op <ulink url="http://gubed.sourceforge.net"></ulink>. De debugger-plugin kan ingesteld worden met de knop <guilabel>Opties</guilabel>. Lees <xref linkend="debugging-3-2"/> om meer over debugging te leren. </para>
<para>De projectweergave die geladen wordt als het project geopend wordt. U kunt meer over projectweergaven lezen in <xref linkend="project-views-3-2"/>. </para>
<para>Op de pagina <guilabel>Uploadprofielen</guilabel> kunt u de uploadprofielen instellen (zie <xref linkend="upload-profiles"/>) en de weergave van een boomstructuur met de inhoud van de server voor elk profiel inschakelen door het keuzevakje <guilabel>Boomstructuur tonen voor elk profiel</guilabel> in te schakelen. </para>
<para>Op de pagina <guilabel>Teaminstellingen</guilabel> kunt u projectleden toevoegen, wijzigen en verwijderen en een mailinglijst definiëren. Lees <xref linkend="team-members"/> voor details. </para>
<para>Op de pagina <guilabel>Gebeurtenis-instellingen</guilabel> kunt u <guilabel>Gebeurtenisacties inschakelen</guilabel> en deze acties toevoegen, wijzigen en verwijderen. Gebeurtenisacties worden uitgevoerd als een vooraf ingestelde gebeurtenis optreedt, zoals het opslaan van een bestand. Zie <xref linkend="event-actions"/> voor details. </para>
<para>Standaard opent &quantaplus; het laatst gebruikte project bij het opstarten. Op het moment kunt u dit niet wijzigen. </para>
<para>Om een ander project te openen, kiest u <guimenuitem>Project openen...</guimenuitem> uit het menu <guimenu>Project</guimenu> of het pictogram <guiicon>Project openen</guiicon> op de werkbalk. Het dialoogvenster project openen verschijnt en u kunt het project kiezen dat u wilt openen. Projecten hebben de extensie <literal role="extension">webprj</literal>. </para>
<para>Als u &quantaplus; afsluit wordt uw projectbestand automatisch opgeslagen. Als er bestanden gewijzigd zijn zal &quantaplus; u vragen om deze op te slaan. Ditzelfde gebeurd als u een nieuw project opent. </para>
<para>De projectboomstructuur-weergave geeft u gemakkelijk toegang tot de bestanden in uw project. Hier kunt u de bestanden in het huidige project beheren. </para>
<para>Bij mappen verkrijgt u een soortgelijk menu, maar zonder de items<guimenuitem>Openen</guimenuitem> en <guimenuitem>Openen met...</guimenuitem>: </para>
<para>Hier kunt u diverse <link linkend="upload-profiles">profielen</link> kiezen. Het profiel bevat informatie over waar de ge-uploade bestanden geplaatst moeten worden. Zie ook <xref linkend="upload-profiles"/>. </para>
<para>Hiermee kunt u het huidige profiel verwijderen. Als er slechts één profiel aanwezig is, is de knop uitgegrijsd zodat u dat niet kunt verwijderen. </para>
<para>Het wachtwoord wordt onthouden in het geheugen en wordt verwijderd zodra het programma wordt afgesloten. Deze optie is nuttig als u frequent bestanden wilt uploaden en u niet de onveiligere optie <quote>Wachtwoord op schijf opslaan</quote> wilt gebruiken. </para>
<para>Met &quantaplus; kunt u meerdere uploadprofielen definiëren en op deze manier (delen van) uw project naar verschillende servers uploaden. Als u een profiel aanmaakt of bewerkt ziet u het volgende dialoogvenster: <mediaobject> <imageobject>
<para>Het overdrachtsprotocol dat u voor de upload wilt gebruiken. Deze lijst bevat waarschijnlijk minstens &FTP;, bestand (&ie; lokaal) en <acronym>NFS</acronym>, de rest is afhankelijk van de versie van &kde; die u gebruikt. </para>
<para>Poort voor de overdracht. Dit hoeft normaal gesproken niet veranderd te worden tenzij uw netwerkbeheerder een service op een andere poort draait dan gebruikelijk is. </para>
<para>Afhankelijk van uw paranoia-niveau is dit een tijdsbesparende optie of een gevaar. Gebruik deze optie met verstand. Het wachtwoord wordt op schijf opgeslagen als versleutelde tekst. Het kan dus niet zomaar gelezen worden, maar iemand met programmeerkennis kan het eenvoudig ontcijferen. </para>
<para>Een projectweergave is een verzameling bestanden en werkbalken. U kunt meerdere weergaven in een project hebben, dit betekent eenvoudigweg dat u door van weergave te veranderen, een aantal bestanden en werkbalken laadt die de huidige geopende bestanden en werkbalken vervangen. </para>
<para>Weergaven kunnen worden opgeslagen, geopend en verwijderd via het menu <guimenu>Project</guimenu> of de <guilabel>Projectwerkbalk</guilabel> die u kunt bereiken via <menuchoice><guimenu>Instellingen</guimenu><guisubmenu>Werkbalken</guisubmenu><guimenuitem>Projectwerkbalk</guimenuitem></menuchoice>. </para>
<para>U kunt een standaardweergave hebben die wordt geladen als het project geopend wordt. Zie <xref linkend="configuring-projects-3-2"/>. </para>