<para>&kde; definieert een bestandssysteemhiërarchie die door de &kde;-omgeving zelf en door alle &kde;-programma's wordt gebruikt. Over het algemeen slaat &kde; al zijn bestanden op in een mappenboom met een vaste structuur. </para>
<listitem><para>Één op systeemniveau (bijvoorbeeld <filename class="directory">/opt/kde3</filename>).</para></listitem>
<listitem><para>Één op gebruikersniveau in de persoonlijke map van de gebruiker (meestal <filename class="directory">~/.trinity</filename>)</para></listitem>
<para>Als systeembeheerder kunt u aanvullende bomen aanmaken. Dergelijke aanvullende bomen kunnen worden gebruikt voor <link linkend="user-profiles">profielen</link>.</para>
<listitem><para><filename class="directory">/opt/kde3</filename>. (Dit is &SuSE;-specifiek, andere distributies kunnen gebruik maken van <filename class="directory">/usr</filename> of <filename class="directory">/usr/kde3</filename>)</para></listitem>
<listitem><para><filename class="directory">/etc/opt/kde3</filename>. (Deze is door &SuSE; toegevoegd.)</para></listitem>
<para>Als u het programma KIOSK Admin versie 0.7 of nieuwer hebt geïnstalleerd, dan kunt u met het volgende commando controleren welke mappenbomen er gebruikt worden: <userinput><command>kiosktool-tdedirs</command> <option>--check</option></userinput></para>
<para>&kde; en &kde;-programma's zoeken naar bestanden door alle &kde;-mappenbomen te doorzoeken. De mappenbomen worden in volgorde van prioriteit gecontroleerd. Als een bestand in meerdere mappenbomen beschikbaar is, dan krijgt het bestand uit de laatste boom de prioriteit. Normaliter krijgt de boom die zich in de persoonlijke map van de gebruiker bevindt de hoogste prioriteit. Dit is ook de mappenboom waarin de wijzigingen worden opgeslagen.</para>
<para>Als een gebruiker een wijziging maakt, dan wordt die opgeslagen in het bestand <filename class="directory">$<envar>HOME</envar>/.trinity/share/mimelnk/text/plain.desktop</filename></para>
<para>Bij configuratiebestanden ligt het het verhaal anders. Als er meerdere configuratiebestanden met dezelfde naam zijn gevonden in de mappenbomen, dan wordt de inhoud ervan gecombineerd. De prioriteitsvolgorde van de mappenbomen speelt hierbij een rol. Als twee bestanden dezelfde configuratiesleutel definiëren, dan bepaalt het bestand met de hoogste prioriteit de waarde voor de sleutel.</para>
<seg>Afhankelijk van de distributeur. Wordt gebruikt door &kde; 2. Indien niet ingesteld, dan wordt teruggevallen op de ingecompileerde standaard.</seg>
<seg>Nieuw in &kde; 3. Kan meerdere locaties definiëren, van elkaar gescheiden door een dubbele punt. Als deze niet is ingesteld wordt er teruggevallen op $<envar>TDEDIR</envar></seg>
<para>In het vorige voorbeeld bevat <filename class="directory">/opt/kde_staff</filename> aanvullende instellingen en toepassingen voor stafleden. <quote>Gebruikersprofielen</quote> maken het u mogelijk om deze map toe te voegen voor bepaalde gebruikers en niet voor anderen. Voeg het volgende toe aan het bestand <filename>/etc/tderc</filename>:</para>
<para>Dit maakt een profiel aan met de naam <quote>Staff</quote>, welke de mappenboom <filename class="directory">opt/kde_staff</filename> toevoegt. (Merk op dat &SuSE; &Linux; gebruik maakt van <filename>/etc/kde3rc</filename> in plaats van <filename>/etc/tderc</filename>. Nu we het profiel benoemd hebben kunnen we het toewijzen aan gebruikers.</para>
<para>Om profielen toe te wijzen aan gebruikers is het nodig om een mapping-bestand te specificeren in <filename>/etc/tderc</filename>:</para>
<para>Om het staffprofiel toe te wijzen aan alle gebruikers die lid zijn van de &UNIX;-groep staff_members voegt u het volgende toe aan <filename>/etc/kde-user-profile</filename>:</para>
<para>Elke mappenboom die &kde; gebruikt heeft een vaste mappenstructuur. Mappen die niet relevant zijn voor een bepaalde boom worden, of eenvoudigweg niet worden gebruikt kunnen echter worden weggelaten. Bijvoorbeeld, mappen die gebruikt worden voor tijdelijke bestanden worden meestal alleen gevonden onder <filename class="directory">$<envar>TDEHOME</envar></filename>, niet in een van de andere mappenbomen.</para>
<listitem><para>Deze mappen bevatten componenten, plugins en andere runtimelaadbare objecten voor gebruik door &kde;3.<replaceable>x</replaceable>-toepassingen.</para></listitem>
<listitem><para>Bevat programmaspecifieke gegevensbestanden. Elk programma heeft hier een submap voor het opslaan van aanvullende gegevensbestanden.</para></listitem>
<listitem><para>Configuratiebestanden. Configuratiebestanden worden normaliter genoemd naar het programma waartoe ze behoren plus de letters <quote>rc</quote>. En speciaal geval is <filename>kdeglobals</filename>. Dit bestand wordt door alle &kde;-programma's gelezen.</para></listitem>
<listitem><para>Deze map wordt gebruikt voor sessiebeheer en is normaliter alleen beschikbaar onder <filename class="directory">$<envar>TDEHOME</envar></filename>. Aan het einde van een sessie slaan &kde;-programma's hier hun staat op. De bestandsnamen zijn opgebouwd uit de naam van het programma gevolgd door een nummer. De sessiebeheerder <command>ksmserver</command> slaat referenties naar deze nummers op bij het bewaren van een sessie in <filename>ksmserverrc</filename>.</para></listitem>
<listitem><para>Deze map bevat de documentatie van &kde;-programma's. De documentatie is gecategoriseerd op taal en het programma waar het bij hoort. Normaliter zijn er tenminste twee bestanden te vinden in een map: <filename>index.docbook</filename>, die de documentatie in het onopgemaakte DocBook-formaat bevat en <filename>index.cache.bz2</filename> die dezelfde documentatie, maar dan opgemaakt als <command>bzip2</command>-gecomprimeerd &HTML;. De &HTML;-versie wordt gebruikt door &khelpcenter;. Als de &HTML;-versie ontbreekt, dan wordt deze opnieuw gegenereerd vanuit de DocBook-versie. Dit proces neemt echter de nodige tijd in beslag.</para>
<listitem><para>In deze map worden <literal role="extension">.desktop</literal>-bestanden die &MIME;-typen beschrijven opgeslagen. &kde; gebruikt &MIME;-typen om het type bestand te identificeren.</para>
<listitem><para>Deze map bevat <literal role="extension">.desktop</literal>-bestanden die diensten beschrijven. Diensten zijn net programma's, maar worden meestal door andere programma's gestart in plaats van door de gebruiker. Diensten verschijnen niet in het &kde;-menu.</para>
<listitem><para>Deze map bevat <literal role="extension">.desktop</literal>-bestanden die servicetypen beschrijven. Een servicetype representeert meestal een bepaalde programmeerinterface. Programma's en diensten zetten in hun <literal role="extension">.desktop</literal>-bestand welke servicetypen ze aanleveren.</para> </listitem></varlistentry>
<listitem><para>Deze map bevat sjablonen voor het aanmaken van diverse soorten bestanden. Een sjabloon bevat een <literal role="extension">.desktop</literal>-bestand die het bestand beschrijft, inclusief een referentie naar een bronbestand in de submap <filename class="directory">.source</filename>. De sjablonen in deze map verschijnen in het menu <guimenu>Nieuw aanmaken</guimenu> dat beschikbaar is op het bureaublad en in de bestandsbeheerder. Als een gebruiker een sjabloon uit het menu selecteert, dan wordt het bijhorende bronbestand gekopieerd.</para>
<para>Er zijn drie host-specifieke mappen die meestal met symlinks worden doorverwezen naar andere locaties. Als deze mappen nog niet bestaan, dan worden volgende symlinks en mappen aangemaakt met behulp van het programma <command>lnusertemp</command>:</para>
<listitem><para>Gebruikelijk <filename class="directory">/tmp/tdesocket-$<envar>USER</envar>/</filename>, dit wordt gebruikt voor diverse &UNIX;-sockets.</para>
<listitem><para>Gebruikelijk <filename class="directory">/tmp/tde-$<envar>USER</envar>/</filename>, dit wordt gebruikt voor tijdelijke bestanden.</para>
<listitem><para>Gebruikelijk <filename class="directory">/var/tmp/tdecache-$<envar>USER</envar>/</filename>, dit wordt gebruikt voor bestanden in de cache.</para>
<para>Omdat <filename class="directory">/tmp</filename> en <filename class="directory">/var/tmp</filename> systeemwijd schrijfbaar zijn is het mogelijk dat één van bovenstaande mappen al bestaat, maar eigendom is van een andere gebruiker. In dat geval zal <command>lnusertmp</command> een nieuwe map aanmaken met een alternatieve naam en koppeling.</para>
<title>Configuratiebestanden</title> <para>&kde; gebruikt een eenvoudig tekstgebaseerd bestandsformaat voor al zijn configuratiebestanden. Het bestaat uit sleutel-waarde paren die in groepen zijn geplaatst. Alle configuratiebestanden van &kde; gebruiken de <acronym>UTF</acronym>-8 tekensetcodering voor tekst buiten het <acronym>ASCII</acronym>-bereik.</para>
<para>Het begin van een groep wordt aangegeven door een groepnaam die tussen blokhaakjes is geplaatst. Alle sleutel-waarde items die daar onder volgen behoren tot die groep. De groep eindigt bij het begin van een volgende groep of als het einde van het bestand is bereikt. Items bovenin een bestand die niet voorafgegaan worden door een groepsnaam behoren tot de standaardgroep.</para>
<informalexample><para>Het volgende voorbeeld toont een configuratiebestand dat bestaat uit twee groepen. De eerste groep bevat de sleutels <varname>LargeCursor</varname> en <varname>SingleClick</varname>, de tweede groep bevat de sleutels <varname>Show hidden files</varname> en <varname>Sort by</varname>.</para>
<para>Items in een groep bestaan uit een sleutel en waarde, van elkaar gescheiden door net is-gelijk-teken. De sleutel kan spaties bevatten en mag worden gevolgd door opties die tussen blokhaakjes zijn geplaatst. Het gedeelte achter het is-gelijk-teken is de waarde van het item. Alle witruimte om het is-gelijk-teken heen wordt genegeerd als ook eventuele witruimte aan het einde. Om het verkort uit te leggen, de opmaak is:</para>
<para>Als een waarde een spatie aan het begin of einde moet bevatten, dan kan dit worden bereikt door gebruik te maken van een backslash, gevolgd door een <quote>s</quote>.</para>
<para>Er zijn nog enkele andere backslash-codes, hier is een complete lijst: <itemizedlist>
<listitem><para><token>\s</token> kan worden gebruikt als spatie</para>
<informalexample><para>In het volgende voorbeeld begint de waarde van het item <varname>Caption</varname> met twee spaties, terwijl het item <varname>Description</varname> drie regels tekst bevat. Linefeeds in backslashnotaties worden gebruikt om de verschillende regels van elkaar te scheiden.</para>
<para>Lege regels in configuratiebestanden worden genegeerd. Dat geldt ook voor regels die beginnen met een hekje (<quote>#</quote>). Het hekje kan worden gebruikt om commentaren aan configuratiebestanden toe te voegen. Merk op dat wanneer een &kde;-programma een configuratiebestand bijwerkt deze commentaren <emphasis>niet</emphasis> worden behouden.</para>
<para>Het is mogelijk om meerdere configuratiebestanden met dezelfde naam in de submap <filename class="directory">share/config</filename> van de verscheidene &kde;-bomen te hebben. In dat geval wordt de informatie uit al deze configuratiebestanden met elkaar gecombineerd op sleutel-bij-sleutel basis. Als dezelfde sleutel binnen een bepaalde groep in meer dan één bestand is gedefinieerd, dan wordt de sleutelwaarde uit de mappenboom met de hoogste prioriteit gebruikt. Configuratiebestanden onder <filename class="directory">$<envar>TDEHOME</envar></filename> hebben altijd de hoogste prioriteit. Als een sleutel binnen een bepaalde groep in hetzelfde bestand op meerdere plekken is gedefinieerd, dan wordt de waarde van het laatste item gebruikt.</para>
<para>Om te voorkomen dat gebruikers in staat zijn om standaardinstellingen te veranderen is het mogelijk om instellingen als onveranderbaar te markeren. Instellingen kunnen individueel, per groep of per bestand onveranderbaar gemaakt worden. Een individueel item kan vergrendeld worden door <userinput>[$i]</userinput> achter de sleutel te plaatsen. ⪚: <programlisting>Color[$i]=blue
<para>De zogenaamde <quote>Shelluitbreiding</quote> (Shell Expansion) kan worden gebruikt om meer dynamische standaardwaarden aan te leveren. Met shelluitbreiding kan de waarde van een configuratiesleutel geconstrueerd worden vanuit de waarde van een omgevingsvariabele of de uitvoer van een shellcommando. Om gebruik te kunnen maken van shelluitbreiding in een configuratie-item dient de sleutel te eindigen op <token>[$e]</token>. Normaliter wordt de uitgebreide vorm geschreven in het configuratiebestand van de gebruiker na het eerste gebruik van het programma. Om dit te voorkomen is het aanbevolen om het configuratie-item te vergrendelen met behulp van <token>[$ie]</token>. De gebruiken kan het dan uiteraard niet meer veranderen.</para>
<para>In het volgende voorbeeld wordt de waarde van het item <varname>Host</varname> bepaald door de uitvoer van het programma <command>hostname</command>. Deze instelling is bovendien vergrendeld om er zeker van te zijn dat de waarde altijd dynamisch wordt bepaald.</para>
<para>De waarde van het item <varname>Email</varname> wordt bepaalt door de invulling van de waarden van de omgevingsvariabelen $<envar>USER</envar> en $<envar>HOST</envar>. Als <systemitem class="username">joe</systemitem> is ingelogd op <systemitem class="systemname">joes_host</systemitem>, dan zal dit resulteren in een waarde gelijk aan <literal>joe@joes_host</literal>. De instelling is niet vergrendeld.</para>
<para>De meeste configuratie-items kunnen worden geïndexeerd met een taalcode. In dit geval wordt de taal die de gebruiker heeft gekozen om te gebruiken in de desktop gebruikt om de sleutelwaarde op te zoeken. Als de standaardtaal (Amerikaans-Engels) gekozen is, of als er geen index aanwezig is voor de gekozen taal, dan wordt de sleutel zonder index gebruikt.</para>
<para>In het volgende voorbeeld is de waarde van de sleutel <varname>Caption</varname> afhankelijk van de gekozen taal. Als de gebruiker Frans als taal gekozen heeft (taalcode <literal>fr</literal>), dan zal de waarde van de sleutel <quote>Ma Légende</quote> zijn. In alle andere gevallen zal de waarde <quote>My Caption</quote> worden gebruikt.</para>
<para>In dit voorbeeld is de waarde van de sleutel <varname>Caption</varname> afhankelijk van de gekozen taal. Als de gebruiker Frans als taal gekozen heeft (taalcode <literal>fr</literal>), dan zal de waarde van de sleutel <quote>Ma Légende</quote> zijn. In alle andere gevallen zal de waarde <quote>My Caption</quote> worden gebruikt.</para>
<para>Over het algemeen zijn de sleutels die in een configuratiebestand kunnen verschijnen niet gedocumenteerd. Met &kde; 3.2 is een start gemaakt om dit te veranderen. In de map <filename class="directory">$<envar>TDEDIR</envar>/share/config/kcfg</filename> zijn bestanden te vinden die een formele beschrijving van mogelijke sleutels in een configuratiebestand leveren. Deze worden gebruikt door de nieuwe &kde; Configuration Editor wanneer beschikbaar.</para>
<para>Draait altijd als <systemitem class="username">root</systemitem>! Gebruikt <filename>$<envar>TDEDIR</envar>/share/config/tdmrc</filename> en <filename>/etc/X11/xdm/Xservers</filename>. De laatste bevat items als:</para>
<para>De opstartreeks van &kde; begint met het <filename>starttde</filename>-script. In de meeste gevallen wordt dit script aangeroepen door de display manager (&tdm;), zodra de gebruiker is geauthenticeerd. Er zijn twee belangrijke regels in het <filename>starttde</filename>-script:</para>
<programlisting>LD_BIND_NOW=true tdeinit +kcminit +knotify en kwrapper
<para>De eerste regel start het hoofdproces <command>tdeinit</command>. Het hoofdproces <command>tdeinit</command> wordt gebruikt om alle andere &kde;-processen te starten. Het verschijnt in de uitvoer van commando <command>ps <option>aux</option></command> als <computeroutput>tdeinit: Running...</computeroutput>. De argumenten achter <command>tdeinit</command> betreffen de namen van de aanvullende processen die gestart moeten worden. De <token>+</token> geeft aan dat <command>tdeinit</command> dient te wachten totdat het proces is voltooid. <command>tdeinit</command> start tevens <command>dcopserver</command>, <command>tdelauncher</command> en <command>kded</command>.</para>
<para>Alle achtergrondprocessen van &kde; zijn gebruikerspecifiek: anders dan systeemdaemons worden ze niet tussen de gebruikers gedeeld. Naast het feit dat ze uniek zijn per gebruiker zijn ze ook uniek per X-server-display. De processen zijn:</para>
<para><command>tdeinit</command> wordt gebruikt om alle andere &kde;-programma's te starten. <command>tdeinit</command> kan normale binaire programmabestanden starten als ook <command>tdeinit</command>-laadbare modules (<acronym>KLM</acronym>'s). <acronym>KLM</acronym>'s werken zoals binaire programma's, maar kunnen op efficiëntere wijze worden opgestart. <acronym>KLM</acronym>'s zijn te vinden in <filename class="directory">$<envar>TDEDIR</envar>/lib/kde3</filename></para>
<para>Het nadeel is dat programma's die op die manier zijn opgestart verschijnen als <computeroutput><command>tdeinit</command></computeroutput> in de uitvoer van <command>top</command> en <command>ps</command>. Gebruik <command>top<option>-c</option></command> of <command>ps <option>aux</option></command> om de eigenlijke programmanaam te zien:</para>
<para><computeroutput>tdeinit: Running...</computeroutput> geeft het hoofdproces van <command>tdeinit</command> weer. De andere weergegeven processen zijn programma's die als <acronym>KLM</acronym>'s zijn gestart.</para>
<para>Als <command>tdeinit</command> voor het eerst wordt gestart zal het <command>dcopserver</command>, <command>tdelauncher</command>, en <command>kded</command> opstarten, als ook alle aanvullende programma's die zijn gespecificeerd op zijn commandoregel in het <command>starttde</command>-script. Normaliter <command>kcminit</command> en <command>knotify</command>.</para>
<para><command>dcopserver</command> is een daemon die interprocescommunicatie (&DCOP;) faciliteiten aan alle &kde;-programma's levert. De &DCOP;-faciliteiten zijn toegankelijk vanaf de commandoregel via het hulpprogramma <command>dcop</command>. &DCOP; is essentieel voor alle &kde;-programma's.</para>
<listitem><para>⪚ <filename>dcop7634-1069677856</filename>. Dit is het bestand waar het bestand <filename>DCOPserver</filename> hierboven naar verwijst.</para>
<para><command>kcminit</command> voert initialisatiediensten uit tijdens het opstarten. Initialisatiediensten worden gespecificeerd in de .desktop-bestanden van programma's of diensten via de regel <varname>X-TDE-Init</varname>:</para>
<para>Initialisatiediensten worden gebruikt voor het initialiseren van hardware, gebaseerd op gebruikerspecifieke instellingen.</para>
<para><userinput><command>kcminit <option>--list</option></command></userinput> kan worden gebruikt om alle initialisatiediensten en <userinput><command>kcminit <replaceable>dienst</replaceable></command></userinput> kan worden gebruikt één dienst expliciet uit te voeren. Dit is handig bij het onderzoeken van opstartproblemen.</para>
<para><command>tdelauncher</command> is een daemon die verantwoordelijk is voor de dienstenactivatie in &kde;. Het opereert in een hechte verbinding met het <command>tdeinit</command>-hoofdproces om nieuwe processen op te starten. &kde;-toepassingen communiceren met <command>tdelauncher</command> over &DCOP; om nieuwe toepassingen of diensten te starten.</para>
<para>Het meest bekend van de foutmelding <computeroutput><errortext>TDELauncher kon niet via DCOP worden bereikt</errortext></computeroutput>, wat aangeeft dat er een ernstig probleem is met de <command>dcopserver</command> of dat <command>tdelauncher</command> is gecrashed.</para>
<para><command>tdelauncher</command> kan opnieuw worden gestart door <command>tdeinit</command> te herstarten vanuit een consolevenster. Zorg ervoor dat $<envar>HOME</envar>, $<envar>DISPLAY</envar> en de verscheidene $<envar>TDEDIR(S)</envar> correct zijn ingesteld als u dit doet!</para>
<para>De primaire taak van <command>knotify</command> is om geluidsmeldingen door te sturen naar de geluidsserver. Verder biedt het alternatieve meldwijzen aan.</para>
<para><command>ksmserver</command> is &kde;'s sessiebeheerder. Bij het opstarten lanceert de sessiebeheerder de autostartprogramma's en herstelt het de programma's van de vorige sessie. De programma's om te autostarten zijn aangegeven in de <literal role="extension">.desktop</literal>-bestanden in de map <filename class="directory">$<envar>TDEDIR</envar>/share/autostart</filename>. Of een programma wel of niet automatisch gestart dient te worden kan worden bepaald met de sleutel <varname>X-TDE-autostart-condition</varname> in het <literal role="extension">.desktop</literal>-bestand.</para>
<para>Dit betekent dat het configuratiebestand <filename>ktiprc</filename> wordt doorzocht voor een <varname>RunOnStart</varname>-sleutel in de sectie <varname>[TipOfTheDay]</varname>. Als deze niet is gevonden, dan wordt uitgegaan van <literal>true</literal>. Dit betekent dat <application>ktip</application> één van de programma's is die standaard wordt opgestart.</para>
<para><command>kdesktop</command> op zijn beurt start automatisch de programma's die zijn opgeslagen in <filename class="directory">$<envar>TDEHOME</envar>/Autostart</filename>. <command>kdesktop</command> zal automatisch alle bestanden die in deze map zijn opgeslagen openen, inclusief documenten, uitvoerbare bestanden of programma's in de vorm van <literal role="extension">.desktop</literal>-bestanden.</para>
<para>De sessiebeheerder van &kde; herstelt ook één van de vorige sessies. Een sessie bevat een verzameling programma's met bijhorende programmaspecifieke informatie die de status van de programma's op het moment dat de sessie werd opgeslagen reflecteert. Sessies worden opgeslagen in het configuratiebestand <filename>ksmserverrc</filename>. Dit bestand bevat programmaspecifieke statusinformatie. Deze informatie wordt opgeslagen in <filename class="directory">$<envar>TDEHOME</envar>/share/config/session</filename>. De statusinformatie van &twin; bevat de locatie van de programmavensters van alle andere programma's in de sessie. </para>
<listitem><para>Dient te zijn ingesteld als <envar>TDEDIRS</envar> niet is ingesteld en dient te wijzen naar de hoofdmap van de &kde;-installatieboom. Zorgt ervoor dat &kde; zijn gegevens kan vinden, zoals pictogrammen, menu's en bibliotheken.</para>
<listitem><para>Overschrijft <envar>TDEDIR</envar> en maakt het mogelijk om meerdere mappen te specificeren waarin &kde; kan zoeken naar zijn gegevens. Handig als u enkele programma's op een andere plek dan de rest van &kde; moet of wilt installeren.</para>
<varlistentry><term><envar>$TDEHOME</envar></term><listitem><para>Indien niet ingesteld gebruikt &kde; <filename class="directory">~/.trinity</filename> als de map waarin de persoonlijke gegevens worden opgeslagen.</para>
<varlistentry><term>$<envar>TDEROOTHOME</envar></term><listitem><para>Indien niet ingesteld gebruikt &kde; <filename class="directory">~root/.trinity</filename> als de map voor de persoonlijke gegevens van <systemitem class="username">root</systemitem>. Is geïntroduceerd om te voorkomen dat &kde; per ongeluk gebruikersgegevens met root-toegangsrechten overschrijft als de gebruiker een &kde;-toepassing draait nadat hij of zij door middel van het commando <command>su</command> over is gegaan op <systemitem class="username">root</systemitem>.</para>
<varlistentry><term>$<envar>TDEWM</envar></term><listitem><para>Als de omgevingsvariabele <envar>TDEWM</envar> is ingesteld, dan zal het worden gebruikt als &kde;'s window manager in het <command>starttde</command>-script in plaats van &twin;.</para>
<varlistentry><term>$<envar>TDE_LANG</envar></term><listitem><para>Overschrijft de taalconfiguratie van &kde;, ⪚ <userinput>TDE_LANG=fr kprogram &</userinput> start een programma met de Franse vertaling als de benodigde bestanden zijn geïnstalleerd.</para>
<varlistentry><term>$<envar>TDE_MULTIHEAD</envar></term><listitem><para>Zet deze variabele op <literal>true</literal> om aan te geven dat &kde; op een multi-head systeem draait.</para>
<listitem><para>(sinds &kde; 3.2.3) Stel deze variabele in om <acronym>TDEIO</acronym>-slaves rechtstreeks te laten voortkomen uit de programmaprocessen zelf. Standaard worden <acronym>TDEIO</acronym>-slaves gestart door <command>tdelauncher</command>/<command>tdeinit</command>. Deze optie is voor als de <acronym>TDEIO</acronym>-slave in dezelfde omgeving als het programma dient te draaien. Dit kan het geval zijn met <application>Clearcase</application>.</para>
<varlistentry><term>$<envar>TDE_NO_IPV6</envar></term><listitem><para>(sinds &kde; 3.2.3) - stel deze variabele in om <acronym>IPv6</acronym>-ondersteuning en <acronym>IPv6</acronym> <acronym>DNS</acronym>-zoekacties uit te schakelen.</para>
<varlistentry><term>$<envar>TDE_IS_PRELINKED</envar></term><listitem><para>(sinds &kde; 3.2) - Stel deze variabele in om aan te geven dat u uw &kde;-programmabestanden en bibliotheken hebt prelinked. Dit schakelt <command>tdeinit</command> uit.</para>
<varlistentry><term>$<envar>TDE_UTF8_FILENAMES</envar></term><listitem><para>Als deze omgevingsvariabele is ingesteld gaat &kde; er van uit dat alle bestandsnamen de tekensetcodering <acronym>UTF-8</acronym> gebruiken, ongeacht de huidige C locale.</para>
<varlistentry><term>$<envar>TDE_FULL_SESSION</envar></term><listitem><para>(sinds &kde; 3.2) - Automatisch op 'true' gezet tijdens de start van &kde;. Wordt gebruikt door ⪚ &konqueror; om te kunnen achterhalen of het programma in het geheugen moet achterblijven voor hergebruik als het wordt afgesloten. Indien niet ingesteld zal &konqueror; stoppen nadat het is afgesloten (⪚ &tdesu; doet dat, het is ook handig voor debugging).</para>
<varlistentry><term>$<envar>TDESYCOCA</envar></term><listitem><para>Maakt het mogelijk om een pad en naam op te geven voor sycoca, &kde;'s cache-bestand met systeemconfiguratiegegevens.</para>
<varlistentry><term>$<envar>TDETMP</envar></term><listitem><para>Maakt het mogelijk om een ander pad op te geven dan <filename class="directory">/tmp</filename>, waar &kde; zijn tijdelijke bestanden opslaat.</para>
<varlistentry><term>$<envar>TDEVARTMP</envar></term><listitem><para>Maakt het mogelijk om een ander pad op te geven dan <filename class="directory">/var/tmp</filename>, waar &kde; zijn variabele bestanden opslaat.</para>
<varlistentry><term>$<envar>XDG_DATA_HOME</envar></term><listitem><para>(sinds &kde; 3.2) - Definieert de basismap relatief aan waar gebruikersspecifieke gegevensbestanden dienen te worden opgeslagen. Standaard is <filename class="directory">$<envar>HOME</envar>/.local/share</filename></para>
<varlistentry><term>$<envar>XDG_DATA_DIRS</envar></term><listitem><para>(sinds &kde; 3.2) Definieert de op voorkeur geordende set van basismappen waarin wordt gezocht naar gegevens bestanden ter aanvulling van de basismap <filename class="directory">$<envar>XDG_DATA_HOME</envar></filename>. De standaard is <literal>/usr/local/share/:/usr/share/</literal></para>
<para>&kde; voegt ook locaties van $<envar>TDEDIRS</envar> en profielen toe. Gebruikt voor <literal role="extension">.desktop</literal>- en <literal role="extension">.directory</literal>-menubestanden. <literal role="extension">.desktop</literal>-bestanden onder <filename class="directory">$<envar>XDG_DATA_DIRS</envar>/applications</filename>. <literal role="extension">.directory</literal>-bestanden onder <filename class="directory">$<envar>XDG_DATA_DIRS</envar>/desktop-directories</filename>. </para>
<varlistentry><term>$<envar>XDG_CONFIG_HOME</envar></term><listitem><para>(&kde; 3.2) Definieert de basismap relatief aan waar gebruikerspecifieke bestanden dienen te worden opgeslagen. Standaard is <filename class="directory">$<envar>HOME</envar>/.config</filename>.</para>
<varlistentry><term>$<envar>XDG_CONFIG_DIRS</envar></term><listitem><para>(&kde; 3.2) - Definieert de op voorkeur geordende set van basismappen om op configuratiemappen te doorzoeken als aanvulling op de basismap $<envar>XDG_CONFIG_HOME</envar>. De standaard is <filename class="directory">/etc/xdg</filename>. &kde; voegt locaties van $<envar>TDEDIRS</envar> als ook profielen toe. Gebruikt door <literal role="extension">.menu</literal>-beschrijvingen in <filename class="directory">$<envar>XDG_CONFIG_DIRS</envar>/menus</filename>. </para>
<para><command>tdeinit</command> wordt gebruikt om alle andere &kde;-programma's te starten. <command>tdeinit</command> kan normale binaire programmabestanden als ook <command>tdeinit</command>-laadbare modules (<acronym>KLM</acronym>'s) laden. <acronym>KLM</acronym>'s werken net als binaire programmabestanden, maar kunnen op een efficiëntere wijze worden gestart. <acronym>KLM</acronym>'s bevinden zich in de map <filename class="directory">$<envar>TDEDIR</envar>/lib/kde3</filename>.</para>
<para>Het nadeel is dat programma's die op die manier zijn opgestart verschijnen als <computeroutput><command>tdeinit</command></computeroutput> in de uitvoer van <command>top</command> en <command>ps</command>. Gebruik <command>top<option>-c</option></command> of <command>ps <option>aux</option></command> om de eigenlijke programmanaam te zien:</para>
<screen><prompt>%</prompt> <userinput><command>ps aux | grep bastian</command></userinput>
<computeroutput>kdesktop: no process killed</computeroutput></screen>
<para>U kunt in de verleiding komen om <userinput><command>killall tdeinit</command></userinput> te proberen, maar het afschieten van alle tdeinitprocessen heeft hetzelfde effect als &kde; compleet afsluiten. Dus in feite totale vernietiging!</para>
<para>Er bestaan twee eenvoudige oplossingen hiervoor:</para>
<para>Koppelingen naar websites door gebruik te maken van <literal role="extension">.desktop</literal>-bestanden: <menuchoice><guimenu>Nieuw aanmaken</guimenu><guisubmenu>Bestand</guisubmenu><guimenuitem>Koppeling naar locatie</guimenuitem></menuchoice>. Verander het pictogram in het dialoogvenster <guilabel>Eigenschappen</guilabel>. Het resulterende <literal role="extension">.desktop</literal>-bestand: <programlisting>[Desktop Entry]
<para>Koppelingen naar toepassingen met behulp van <literal role="extension">.desktop</literal>-bestanden: <menuchoice><guimenu>Nieuw aanmaken</guimenu><guisubmenu>Bestand</guisubmenu><guimenuitem>Koppeling naar toepassing</guimenuitem></menuchoice>. U moet zelf de details aanleveren. Verslepen vanuit &kde;-menu: u kunt kiezen uit kopiëren of koppelen (creëert symlink), veel eenvoudiger.</para>
<title>De optie <varname>Exec</varname> in <literal role="extension">.desktop</literal>-bestanden.</title>
<para>Volgend op het commando kunt u diverse plaatshouders definiëren die zullen worden vervangen door hun eigenlijke warden als het programma wordt opgestart: <variablelist>
<listitem><para>Het pictogram, optie <option>--icon</option>. &kde;-programma zal het pictogram uit de regel <varname>Icon</varname>= in de taakbalk gebruiken.</para>
<listitem><para>De titel. Optie <option>--caption</option>. &kde;-programma's zullen de naam uit de regel <varname>Name</varname>= gebruiken in de taakbalk.</para>
<para>Koppelingen naar stations met behulp van <literal role="extension">.desktop</literal>-bestanden: Nieuw aanmaken -> Apparaat ->(type station) </para>
<listitem><para>Distributiespecifiek: SUSE Linux kopieert bepaalde pictogrammen in starttde.theme uit <filename class="directory">/opt/kde3/share/config/SuSE/default/</filename></para></listitem>
<para>In &kde; is een algemeen menuformaat geïntroduceerd op <ulink url="http://freedesktop.org/Standards/menu-spec/">http://freedesktop.org/Standards/menu-spec/</ulink></para>
<para>Voor &kde; 3.2: <itemizedlist>
<listitem><para>Mappenstructuur onder <filename class="directory">/share/applnk</filename></para></listitem>
<para><literal role="extension">.menu</literal>-bestanden die de menustructuur beschrijven. De bestanden worden opgeslagen in <filename class="directory">$<envar>TDEDIR</envar>/etc/xdg/menus</filename> en in <filename class="directory">/etc/xdg/menus</filename>. Deze bevatten de systeemwijde menustructuur en worden aangestuurd door $<envar>XDG_CONFIG_DIRS</envar>. <filename class="directory">$<envar>HOME</envar>/.config/menus</filename> bevat gebruikerspecifieke wijzigingen in de menustructuur en wordt aangestuurd door $<envar>XDG_CONFIG_HOME</envar>. Voor meer informatie, zie <ulink url="http://www.freedesktop.org/Standards/basedir-spec">http://www.freedesktop.org/Standards/basedir-spec</ulink>.</para>
<para><literal role="extension">.desktop</literal>-bestanden beschrijven de toepassingen en worden opgeslagen in: <filename class="directory">$<envar>TDEDIR</envar>/share/applications</filename>, <filename class="directory">/usr/share/applications</filename>, <filename class="directory">/usr/local/share/applications</filename>. Dit zijn de systeemwijde <literal role="extension">.desktop</literal>-bestanden voor toepassingen en worden aangestuurd door $<envar>XDG_DATA_DIRS</envar>.</para>
<para><filename class="directory">$<envar>HOME</envar>/.local/applications</filename> bevat gebruikerspecifieke <literal role="extension">.desktop</literal>-bestanden en gebruikersspecifieke wijzigingen. Het wordt aangestuurd door $<envar>XDG_DATA_HOME</envar>. Voor meer informatie, zie <ulink url="http://www.freedesktop.org/Standards/basedir-spec">http://www.freedesktop.org/Standards/basedir-spec</ulink></para>
<para><literal role="extension">.directory</literal>-bestanden die submenu's beschrijven worden opgeslagen in: <filename class="directory">$<envar>TDEDIR</envar>/share/desktop-directories</filename>, <filename class="directory">/usr/share/desktop-directories</filename>, <filename class="directory">/usr/local/share/desktop-directories</filename>. Dit zijn systeemwijde menu <literal role="extension">.directory</literal> bestanden, bestuurt door $<envar>XDG_DATA_DIRS</envar>. De gebruikersspecifieke wijzigingen worden opgeslagen in <filename class="directory">$<envar>HOME</envar>/.local/desktop-directories</filename>. Deze worden bestuurd door $<envar>XDG_DATA_HOME</envar>. Voor meer informatie, zie <ulink url="http://www.freedesktop.org/Standards/basedir-spec">http://www.freedesktop.org/Standards/basedir-spec</ulink>.</para>
<para><literal>Art</literal> is de interne naam voor dit menu. <filename>suse-edutainment-art.directory</filename> definieert de naam en pictogram voor dit menu. en het menu bevat alle toepassingen die <literal>X-SuSE-Art</literal> als categorie bevatten, dus: <programlisting>Categories=Qt;TDE;Education;X-SuSE-Art
</programlisting></para>
<para><filename>suse-edutainment-art.directory</filename> definieert de naam en pictogram voor dit menu: <programlisting>[Desktop Entry]
<para>Toepassingen die <emphasis>niet</emphasis> in het menu staan <emphasis>bestaan niet</emphasis> vanuit het oogpunt van andere toepassingen of bestandsassociaties: als u een toepassing uit het menu verwijdert, dan gaat &kde; er van uit dat u het niet wilt gebruiken.</para>
<para>Als een toepassing niet in het menu gewenst is, plaats het ofwel in het menu <filename>.hidden</filename> of in een toegewijd menu met de regel <programlisting>
<para><filename class="directory">$<envar>TDEDIR</envar>/etc/xdg/menus/applications-merged/</filename> bevat <filename>kde-essential.menu</filename>. Deze bevat enkele essentiële menu's die normaliter niet in het &kde;-menu zelf worden weergegeven: <itemizedlist>
<listitem><para>Het Configuratiecentum heeft een verborgen Settings-menu waarvan de inhoud wordt gedefinieerd door <filename>kde-settings.menu</filename> en wiens pictogram en naam worden gedefinieerd door <filename>kde-settings.directory</filename>.</para>
<listitem><para>Het Informatiecentrum heeft een verborgen informatiemenu wiens inhoud wordt gedefinieerd door <filename>kde-information.menu</filename> en wiens pictogram en naam wordt gedefinieerd door <filename>kde-information.directory</filename>.</para>
<listitem><para>De schermbeveiliging bevat een verborgen System/Screensavers-menu, wiens inhoud wordt gedefinieerd door <filename>kde-screensavers.menu</filename> en wiens pictogram en naam wordt gedefinieerd door <filename>kde-system-screensavers.directory</filename>. <filename>$<envar>TDEDIR</envar>/share/desktop-directories/kde-system-screensavers.directory</filename> bevat: <programlisting>NoDisplay=true
<para>&kde; blijft ondersteuning bidden voor menu's in de oude stijl die zijn gedefinieerd door de mappenstructuren in <filename class="directory">$<envar>TDEDIR</envar>/share/applnk</filename> (systeemwijd) en <filename class="directory">$<envar>HOME</envar>/.trinity/share/applnk</filename> (gebruikersspecifiek). Dit wordt geobserveerd, tenzij het <literal role="extension">.desktop</literal>-bestand de regel <varname>Categories</varname>= bevat. In dat geval bepaalt 'Categories' de locatie in het menu.</para>
<para><application>KSycoca</application> maakt een cache aan van de menustructuur en de informatie over alle beschikbare toepassingen. U kunt de database herbouwen met het commando <userinput><command>tdebuildsycoca</command></userinput>. De database die wordt gebouwd huist in <filename class="directory">/var/tmp/tdecache-${<envar>USER</envar>}/tdesycoca</filename>. Het wordt automatisch bijgewerkt door <application>KDED</application>, gecontroleerd tijdens het aanmelden bij &kde; en <application>KDED</application> volgt wijzigingen tijdens gedurende de tijd dat de gebruiker aangemeld is.</para>
<para>Om het volgen van wijzigingen uit te schakelen (omdat dit over NFS problemen kan veroorzaken), voeg het volgende toe aan <filename>kdedrc</filename>: <programlisting>[General]
<para>Om het opnieuw genereren te forceren, voer <userinput><command>touch $<envar>TDEDIR</envar>/share/services/update_tdesycoca</command></userinput> uit.</para>
<para>&kmenuedit; richt zich op een enkelvoudige gebruikersopzet. Wijzigingen in de menustructuur worden opgeslagen in <filename>~/.config/menus/applications-tdemenuedit.menu</filename>, wijzigingen in toepassingen worden opgeslagen in <filename class="directory">~/.local/share/applications/</filename> en wijzigingen in submenu's (pictogram, naam) worden opgeslagen in <filename class="directory">~/.local/share/desktop-directories/</filename>. Het administratieprogramma KIOSK gebruikt &kmenuedit; en kopieert de bovenstaande wijzigingen naar profiel- of systeemwijde locaties. </para>
<para>Standaard bevat het paneel de volgende applets: <itemizedlist> <listitem><para>Pager - toont de virtuele bureaubladen</para></listitem><listitem><para>Taakbalk</para></listitem> <listitem><para>Systeemvak</para></listitem><listitem><para>Klok</para></listitem></itemizedlist> en de volgende speciale knoppen: <itemizedlist>
<para>Bestandsassociaties associëren een bestandstype met een programma of programma's. Het type bestand wordt bepaald aan de hand van diens &MIME; type. &MIME; types die bekend zijn bij &kde; worden opgeslagen in <filename class="directory">$<envar>TDEDIR</envar>/share/mimelnk</filename> en elk <literal role="extension">.desktop</literal>-bestand van de programma's bevat een lijst met &MIME;-typen die het programma ondersteunt.</para>
<para>Een gebruiker kan de bestandsassociatie aanpassen in het &kcontrolcenter;. Deze wijzigingen worden opgeslagen in <filename>$<envar>HOME</envar>/.trinity/share/config/profilerc</filename>. Om dezelfde instellingen voor meerdere gebruikers te gebruiken slaat u deze instellingen op in de gebruikersprofielmap of in de globale &kde;-configuratiemap om te gebruiken als standaard voor meerdere gebruikers.</para>
<para>Als een bestand of optiegroep onveranderbaar is, dan zullen alle configuratieopties voor dat bestand of die groep onveranderbaar zijn, zelfs de opties waarvoor de systeemadministratie geen standaardwaarde heeft opgegeven.</para>
<note><para>De ondersteuning in programma's voor onveranderbare opties kan per programma variëren. Alhoewel de gebruiker niet in staat zal zijn om permanente wijzigingen aan te brengen aan onveranderbare opties, de gebruiker kan wel nog steeds een interfaceoptie gepresenteerd krijgen waarin zo'n wijziging kan worden aangebracht.</para></note>
<para>&kde;-programma's zijn gebouwd rond het actieconcept. Acties kunnen op verschillende manieren worden geactiveerd, zoals via de menubalk, een van de werkbalken of een sneltoetscombinatie. <action>Document opslaan</action> is een voorbeeld van een actie. Als u de interne naam van de actie weet, dan kunt u een actie beperken. Als een actie beperkt is zal het niet langer verschijnen in de menubalk of werkbalk. De interne naam voor de actie <action>Document opslaan</action> is <option>action/file_save</option>. Het vergrendelraamwerk levert ook een set van meer abstracte beperkingen die kunnen worden gebruikt om functionaliteit uit te schakelen die niet wordt afgedekt door één actie. Een voorbeeld is de <option>shell-acces</option> beperking. Deze beperkt alle functionaliteit die de gebruiker toegang biedt tot een &UNIX;-shell.</para>
<title>Gebruikertoegang tot shells beperken</title>
<para>Om te verhinderen dat de gebruiker toegang tot een commandoshell kan krijgen kunnen we actie <option>shell_acces</option> beperken door het volgende toe te voegen aan <filename>kdeglobals</filename>: </para>
<para>Volledige documentatie over de beschikbare acties kunt u vinden op <ulink url="http://www.kde.org/areas/sysadmin/">http://www.kde.org/areas/sysadmin/</ulink>.</para>
<para>De regels worden op de volgorde waarin ze zijn gedefinieerd nagelopen. De laatste regel die toepasbaar is op een &URL; bepaalt of de &URL; mag worden geopend.</para>
<para>De volgende regels schakelen het openen van http en https &URL;sen buiten <systemitem class="domainname">.ourcompany.com</systemitem> uit:</para>
<para>De eerste vier komma's slaan de selectiecriteria met respect tot het oorspronkelijke &URL; over. Dit gedeelte is alleen nodig bij regels voor redirect.</para>
<callout arearefs="url_rule1"><para><option>rule_1</option> verbiedt het openen van elke http of https &URL;</para></callout>
<callout arearefs="url_rule2"><para><option>rule_2</option> staat het openen toe van elk http en https &URL; in het domein <systemitem class="domainname">.ourcompany.com</systemitem>. Let op, het jokerteken <token>*</token> is alleen toegestaan aan het begin van een domein.</para></callout>
<para>De volgende regels maken dat de gebruiker niet langer door mappen op het lokale bestandssysteem kan bladeren als deze zich buiten zijn of haar persoonlijke map ($<envar>HOME</envar>) bevinden:</para>
<callout arearefs="home_rule1"><para><option>rule_1</option> verbiedt het weergeven van elke lokale map</para></callout>
<callout arearefs="home_rule2"><para><option>rule_2</option> staat het weergeven toe van mappen in de gebruiker's eigen persoonlijke map ($<envar>HOME</envar>).</para></callout>
<para>$<envar>HOME</envar> en $<envar>TMP</envar> zijn speciale waarden om de persoonlijke map en de tijdelijke &kde;-map van de gebruiker aan te geven (zoals <filename class="directory">/tmp/tde-bastian</filename>)</para>
<para>De volgende regels maken dat de gebruiker niet langer lokale bestanden kan openen als die zich buiten zijn of haar persoonlijke map ($<envar>HOME</envar>) bevinden:</para>
<callout arearefs="local_rule1"><para><option>rule_1</option> verbiedt het openen van elk lokaal bestand</para></callout>
<callout arearefs="local_rule2"><para><option>rule_2</option> staat het openen van bestanden in de gebruiker's eigen persoonlijke map ($<envar>HOME</envar>) toe.</para></callout>
<callout arearefs="local_rule3"><para><option>rule_3</option> staat het openen van bestanden in de tijdelijke &kde;-map van de gebruiker toe. Dit is nodig voor bepaalde &kde;-programma's die een bestand of document eerst naar de tijdelijke map downloaden voordat het wordt geopend in een programma.</para></callout>
<para>De optie 'redirect' bepaalt of documenten vanaf een bepaalde locatie mogen refereren, ofwel automatisch, danwel handmatig via een hyperkoppeling, naar een andere locatie. Een set met standaardregels is aanwezig als algemeen beveilingsuitgangspunt. Bijvoorbeeld documenten van internet mogen niet refereren naar lokaal opgeslagen documenten.</para>
<para>Bijvoorbeeld, als we de intranetserver <systemitem class="systemname">www.mycompany.com</systemitem> de mogelijkheid willen geven om te refereren naar lokale bestanden kunnen we de volgende regel toevoegen:</para>
<para>In plaats van een protocolnaam op te geven is het ook mogelijk om een complete groep protocollen te specificeren. Hiervoor zijn de volgende groepen gedefinieerd:</para>
<listitem><para>Protocollen die toegang verschaffen tot lokaal opgeslagen informatie. Voorbeelden zijn file:/, man:/, fonts:/, floppy:/</para></listitem>
<para>Informatie over protocollen is te vinden in <literal role="extension">*.protocol</literal>-bestanden in de map <filename class="directory">$<envar>TDEDIR</envar>/share/services</filename>.</para>
<para>De ingave <option>Class</option>= definieert de groep waarvan een protocol deel uit maakt: <userinput><command>grep</command> <option>Class=</option> <filename>$<envar>TDEDIR</envar>/share/services/*.protocol</filename></userinput></para>
<para>&kde; heeft configuratiemodules voor het instellen van de verschillende aspecten van de &kde;-omgeving. Configuratiemodules verschijnen in het Configuratiecentrum, in de configuratiedialoog van een programma, of in beide.</para>
<para>De proxy-configuratiemodule verschijnt in het Configuratiecentrum, maar ook als onderdeel van de dialoog <guilabel>Konqueror instellen</guilabel> in &konqueror;.</para>
<para>Individuele configuratiemodules kunnen worden gestart met <command>tdecmshell</command> <replaceable>module</replaceable></para>
<para>Om de proxymodule te starten, gebruik:</para>
<para><note><para>Niet alle toepassingen gebruiken configuratiemodules. Vaak is de configuratiedialoog een integraal onderdeel van het programma zelf.</para></note></para>
<para>De modules die in het Configuratiecentrum zichtbaar zijn hebben normaliter een <literal role="extension">.desktop</literal>-bestand in <filename class="directory">$<envar>TDEDIR</envar>/share/applications/kde</filename>, en zijn gesorteerd onder het verborgen menu <guimenu>Settings-Modules</guimenu> door de <filename>kde-settings.menu</filename>, ingesloten in <filename>kde-essential.menu</filename></para>
<para>Programmaspecifieke modules hebben normaliter een <literal role="extension">.desktop</literal>-bestand in <filename>$<envar>TDEDIR</envar>/share/applnk/.hidden</filename>, dat overeenkomt met het verborgen .hidden-menu, ingesloten als resultaat van <markup><KDELegacyDirs/></markup>.</para>
<listitem><para>In &kde; 3.3 is het mogelijk om het Configuratiecentrum te bewerken met <application>kcontroledit</application>. <application>kcontroledit</application> werkt zoals <application>kmenuedit</application>, wijzigingen zijn alleen van toepassing op de huidige gebruiker. Gebruik <application>kiosktool</application> om de wijzingen op iedereen toe te passen.</para></listitem>
<para>Bureaublad delen maakt het mogelijk dat gebruikers op afstand het bureaublad van de huidige gebruiker kunnen observeren en optioneel besturen. De gebruiker op afstand dient een uitnodiging te ontvangen en het is mogelijk om een wachtwoordbeschermde uitnodiging te maken. Dit is ideaal voor technische ondersteuningsteams of systeembeheerders om toegang te krijgen op de bureaubladen van de gebruikers om zo problemen op te lossen of de gebruiker te leiden door een bepaalde procedure.</para>
<para>Bureaublad delen betrekt twee programma's: &krfb; (&kde;' remote frame buffer, een VNC-server) en &krdc; (&kde; remote desktop connection, een VNC-client).</para>
<para>&krfb; kan worden gebruikt door iedere gebruiker om uitnodigingen aan te maken en te beheren. Uitnodigingen maken een eenmalig wachtwoord aan en staan het toe dat de ontvanger verbinding maakt met uw bureaublad. Standaard is deze geldig voor slechts één succesvolle verbinding, en verloopt na een uur wanneer niet gebruikt.</para>
<para>Inkomende verbindingen worden afgehandeld door de kded-module 'kinetd'. U kunt het commando <userinput><command>dcop</command>kded kinetd services</userinput> gebruiken om na te gaan of het draait. &krfb; wacht standaard op verbindingen op poort 5900. Als een inkomende verbinding wordt aangemaakt, dan zal een dialoog worden geopend om de gebruiker om een bevestiging te vragen.</para>
<para>Desktop COmmunication Protocol, <acronym>DCOP</acronym>, is een lichtgewicht mechanisme voor interprocescommunicatie. <acronym>DCOP</acronym> staat interactie toe tussen de gebruiker en de programma's die op dat moment draaien. &kde; levert twee programma's waarmee <acronym>DCOP</acronym> kan worden aangeroepen: <application>dcop</application>, een commandoregelprogramma, en <application>kdcop</application>, een grafisch programma. </para>
<para>Enkele wenken over het gebruik van <command>dcop</command>: </para>
<para>Het jokerteken * kan worden gebruikt in de toepassings- en objectargumenten. <screen><prompt>% </prompt><userinput><command>dcop</command><option> kon*</option></userinput>
<subtitle>&kde; DIY - bouw uw eigen gereedschappen</subtitle>
<para>U kunt &kde;-dialogen gebruiken in uw eigen scripts, en zo de kracht van &UNIX; shellscripting met het gebruikersgemak van &kde; combineren.</para>
<screen><userinput><command>kdialog</command> <option>--msgbox 'U hebt nieuwe e-mail!'</option></userinput></screen>
<screen><userinput><command>kdialog</command> <option>--title 'Nieuwe berichten'</option> <option>--msgbox 'U hebt nieuwe e-mail!'</option></userinput></screen>
<para>Het <application>KDialog</application>-gedeelte in de titelbalk kan worden vervangen via de optie <option>--caption</option></para>
<para>Bewaart of het dialoogvenster in de toekomst mag worden weergegeven in het bestand <filename>$<envar>TDEHOME</envar>/share/config/myfile</filename> door er de volgende regels in te schrijven:</para>
<para>in plaats van <option>--msgbox</option> kunt u ook<option>--sorry</option> en <option>--error</option> gebruiken. Bijvoorbeeld, u kunt <command>kdialog</command> <option>--sorry 'Het netwerk is onbereikbaar'</option> gebruiken, of <command>kdialog</command> <option>-error 'De postbus kon niet worden geopend'</option>.</para>
<para>Het is ook mogelijk om berichtvensters te maken die ja of nee als antwoord accepteren.</para>
<screen><command>kdialog</command> <option>--yesno 'Wilt u verbinding maken
met internet?'</option> <command>echo</command> <returnvalue>$?</returnvalue></screen>
<para>Als u het resultaat niet meteen in een variabele gebruikt, zorg er dan voor dat u het bewaart. Het volgende commando zal $? namenlijk vullen met een nieuwe waarde. U kunt <option>dontagain</option> hier ook gebruiken, het onthoudt de keuze van de gebruiker en geeft die de volgende keren terug zonder het dialoog te weergeven.</para>
<screen><command>kdialog</command> <option>--inputbox "Voer uw naam in:" "Uw naam"</option></screen>
<para>Het resultaat wordt naar stdout gestuurd. Om deze in een variabele te stoppen kunt u <userinput>name=$(kdialog --inputbox "Voer uw naam in:" "Uw naam")</userinput> gebruiken. Het laatste argument is optioneel, het wordt gebruikt om het invoerveld van de dialoog te vullen met voorbeeldtekst.</para>
<screen><userinput><varname>city</varname>=$(<command>kdialog</command> <option>--menu "Selecteer een stad" a Londen b Madrid c Parijs d Berlijn</option>)</userinput></screen>
<para><varname>$city</varname> zal <returnvalue>a</returnvalue>, <returnvalue>b</returnvalue>, <returnvalue>c</returnvalue> or <returnvalue>d</returnvalue> terug geven.</para>
<screen><userinput><varname>city</varname>=$(<command>kdialog</command> <option>--checklist "Steden selecteren:" a Londen off b Madrid on c Parijs on d Berlijn off</option>)</userinput></screen>
<para>Madrid en Parijs worden voorgeselecteerd. Het resultaat met Madrid en Parijs geselecteerd is <returnvalue>"b"</returnvalue> <returnvalue>"c"</returnvalue>.</para>
<para>Als u de optie <option>--separate-output</option> toevoegt, dan zullen <returnvalue>b</returnvalue> en <returnvalue>c</returnvalue> elk op een eigen regel worden uitgevoerd, wat het verwerken van het resultaat vereenvoudigd.</para>